|
Nadat we - onverwacht - op ons eigen terras aan de Linge hebben ontbeten, nemen we de trein naar Leerdam en lopen dan via de Lingedijkjes weer terug naar Tricht.
In Leerdam komen we gelijk in de vrijmarkt terecht (jawel, het is koningsdag), maar even later gaan we voor de eerste keer de Linge over. De zon schijnt geregeld. Het stukje tussen Leerdam en Asperen is heel aardig, vooral bij het Galgenwiel. In Asperen komt het muziekkorps voorbij (meer muzikanten dan belangstellenden). Een groepje koeien in de wei sprint onmiddellijk zover mogelijk van de herrie vandaan.
De oude straatjes van Asperen zijn allemaal versierd. Elk straatje heeft een eigen thema. De bewoners hebben er ontzaggelijk veel werk van gemaakt. Hele piratenschepen met schatkist en al in de voortuin. De Achterstraat heeft als thema "heel de Achterstraat bakt". Enorme huisvlijt. Het voormalige haventje van Asperen net voordat de route weer de Linge over gaat is erg mooi.
Vanaf Fort Asperen volgen we de noordelijke Lingedijk tot aan Acquoy. Geholpen door de zon blijkt Acquoy een schilderachtig dorpje. De grote kerktoren staat erg scheef, maar ziet er door de oranje en rood-wit-blauwe vlaggen toch heel vrolijk uit. Dan volgt een heel saai stukje langs de doorgaande weg tot we Rhenoy voorbij zijn en de volgende slinger van de Linge volgen. Die loopt tot Rumpt alwaar de pastoorstuin dienst doet als theetuin. Het is blijkbaar drukker dan verwacht (door de onaangekondige zon vermoedelijk) dus het schiet niet erg op.
Bij Rumpt gaat de route nogmaals de Linge over om in Beesd uit te komen. Als je de A2 wegdenkt is Beesd een prachtig dorpje. Als je de A2 voorbij bent is de route op zijn mooist: dit hoort allemaal bij landgoed Heerlijkheid Marienwaert en het lijkt alsof de tijd hier heeft stil gestaan. Druk is het overigens wel. Tientallen fietsers en wandelaars. Dat blijft zo tot we bijna in Tricht zijn. Het laatste stukje is het nog drukker op de dijk die hier ook open is gesteld voor auto's.
Aan het eind van de middag rijden we naar Berlicum, maar we nemen eerst even kort een kijkje bij het mooie kasteel in Neerijnen. Ik loop het korte rondje om de slotgracht om Breed klokje te kunnen spotten. Er groeien nog veel meer stinsenplanten.
route Leerdam Tricht; route Neerijnen; natuur
We zijn eerst in Utrecht voor de verjaardagen van twee Utrechtse nichtjes. Daarna rijden we naar Tricht waar we een nachtje verblijven in 't Slachthuis. Een heel mooi bed-en-breakfast adres aan de Linge. Aan het eind van de middag lopen we een kort rondje. 's Avonds verzilveren we een eet-bon in restaurant Aand8 in Tiel - met de trein.
Het is regenachtig. Ik rijd naar Santpoort Noord en neem de trein (nee, geen treinen vandaag, er is vervangend vervoer per bus) naar Haarlem. Dan loop ik met een grote boog terug naar de auto door de Kennemerduinen.
Eerst door Koningshof. Prachtig natuurgebiedje waar veel bijzonders te zien is. Eer ik daar ben houdt het op met regenen. Ik ben eigenlijk op zoek naar het rode peperboompje. Bij het parkeerterrein hebben ze daar nu enkele tientallen exemplaren van aangeplant, maar ik wil natuurlijk een wild exemplaar aantreffen, anders "telt" het niet. Helaas, niet gezien. Wel heel veel ander fraais.
Dan bij Kraantje Lek het fietspad naar Zandvoort op. Helaas, er zijn autoraces vandaag (daar had ik deze week al iets over gehoord, Max Verstappen geeft ook een demonstratie). Vanaf Zandvoort door de duinen naar Bloemendaal, achter het circuit langs. Ik vind ook het ruw gierstgras niet. Bij Bloemendaal vind ik wel veel scheve hoornbloem: nieuwe soort!
Bij Bloemendaal ga ik het strand op en loop langs de zee tot aan Parnassia. Een groepje visdiefjes zit op het strand. Ze zijn weer terug, gisteren zag ik er ook al eentje bij het Zuidlaardermeer. Vanaf Parnassia loop ik verder langs het Vogelmeer en dan uiteindelijk weer terug naar station Santpoort Noord.
Nog een prachtige avond; voorlopig de laatste want het weer gaat veranderen. Ik loop vanaf Noordlaren door de Oostpolder van het Zuidlaardermeer. Het is hier weer fantastisch. Enorme aantallen vogels die een flink lawaai produceren. Grutto's blijven favoriet. Ook weer veel kemphanen. En watersnippen met hun wonderlijke, prachtige geluid als ze duikvluchten maken. Ik vind weer muizenstaartjes.
Er zijn hier ook veel vogelaars. Soms maak ik een praatje. Bij de uitkijktoren maak ik een praatje met een fotograferende dame. Ze vertelt dat er bij het Zuidlaardermeer ook zeearenden zijn gezien, en dat ze die ook wel zou willen zien. Ik antwoord iets in de trant dat je daarvoor vermoedelijk moet weten waar en wanneer je moet kijken. Als ik daarna het gebied al weer bijna uit ben, staat een vogelaar naar een bosje te turen. Gisteravond heeft hij daar twee zeearenden gezien, en hij hoopt dat ze vanavond zo rond dezelfde tijd misschien weer te zien zijn. Even later rijdt de vrouw van de uitkijktoren voorbij. Ik houd haar aan en ze stapt uit. We kijken een tijdje, maar niets hoor.
Prachtige zonnige avond. Ik loop weer eens door de Onlanden. De eerste koekoek van het jaar laat zich horen. Ik speur naar muizenstaartjes. Als ik het al bijna op wil geven vind ik toch een groepje bij de ingang van een weiland. Veel vogels natuurlijk. Het eerste deel van de route hoor ik onophoudelijk de veldleeuweriken. Verderop zitten nog steeds brandganzen, moeten die nog niet terug naar het noorden? De grauwe ganzen hebben al kuikens. Als ik bijna terug ben zie ik nog een flinke groep kemphanen die in het weiland fourageren.
Koud, geen auto, dus slechts een saai stukje langs het kanaal... route; natuur
Weer een lange dag: vergaderd van half negen tot tegen half acht. Ik loop daarna nog een uurtje terwijl het licht is, en dan nog een uurtje in het donker. route; natuur
Vandaag is er nauwelijks tijd voor een rondje. Tussen het eind van het middagprogramma en het "social dinner" is er een klein uurtje over. De zon is inmiddels achter de wolken verdwenen. route; natuur
Nog steeds prachtig weer. Ik loop 's ochtends een rondje langs de Vitava, beter bekend als de Moldau.
Na afloop van de zakelijkheden, zo tegen half zeven, ben ik weer snel op weg, want het is fantastisch weer. Strakblauwe lucht, mooi helder. Volgens het weerbericht is het 23 graden. Overmorgen wordt weer 8 graden verwacht. De stad zindert, vanwege het mooie weer. De jeugd is luidruchtig en in het Petrin park waar je mooi uitzicht over de stad hebt zie ik veel verliefde stelletjes. Hapje eten boven het slot met prachtig uitzicht. Het wordt varkensknie met bier.
route 's morgens; route 's avonds; natuur
Ik ben gisteravond laat in Praag aangekomen voor de QtLeap project-bijeenkomsten. Hotel midden in het centrum, voorzien van keuken, wasmachine, strijkplank en -bout, en een bed van drie meter breed.
Enfin. Na het ontbijt is er tijd voor een kort rondje voordat het programma begint. Later op de middag komt er nog een rondje bij. Het is fantastisch weer. Zonnig, helder, en niet warm. De route gaat vooral door het westelijk deel van de stad: de kant van de burcht. Op de heenweg probeer ik een beekje heuvelopwaarts te volgen maar dat valt niet mee zo midden in de stad. Er staat ook nauwelijks water in de beek. Uiteindelijk kom ik bij het grote klooster boven op de berg en vandaar ook op de parkachtige heuvel waar je ook een grote uitkijktoren vindt en waar je ook met een soort kabelkar naar boven had gekund. Dit is het Petrin park. Hier is het aardig. De begroeiing doet nog het meest denken aan de landhuizen en parken in Nederland: stinsenplanten. Hier vooral veel bosgeelster, gele anemoon en armbloemig look. Opvallendste vondst: leverbloempje. 's Avonds eten met mijn voormalige AiO K. in het Svejk restaurant.
Bij schoonmoeder op bezoek, en verjaardagen bij de nichtjes aan het Beekveld. Tussendoor loop ik een rondje vanaf Middelrode naar het kasteel van Heeswijk. Daar waren we vorig jaar met Pasen, maar de natuur is dit jaar duidelijk een paar weken later, er is nog niet veel te zien. Wel vliegt er een ijsvogel bij een van de oude meanders van de Aa.
Eerst even naar Zeist, landgoed Heidestein, om daar de witte waterranonkel te fotograferen, want die "heb" ik nog niet. Dan naar Wolfheze voor een bekend rondje. Er wordt gewerkt aan de Heelsumse beek, en ook in het Renkums beekdal wordt nog gewerkt. De Nederlandse natuur? Een grote bouwput.
route Heidestein; route Wolfheze; natuur
Laatste dag alweer. Gisteravond heeft het een beetje geregend, en daarom durven we ons oorspronkelijke plan om de wandeling in de Garganta Verde kloof te maken niet door te voeren. Dat is namelijk een heel steile afdaling die je beter niet kunt lopen als het glibberig is. We kiezen voor een alternatief: route 9 uit de Crossbill guide, waarbij je nog een stukje meepikt van het beroemde Spaanse zilversparrenbos.
De weg naar het beginpunt brengt ons opnieuw bij Grazalema. We moeten dan nog een stukje verder. Hier in de bergen blijkt het plotseling te stormen. Als we bij een Mirador even stoppen is de wind meer dan verschrikkelijk. Het is wel droog - en dat zal het ook blijven. Ook vrij veel zon, maar het is veel kouder dan de laatste dagen.
De route is een brede grindweg, en dat gaat dus heel gemakkelijk. Zo nu en dan hebben we nog steeds last van de harde wind, maar dat wordt langzaam beter. In de berm groeien hier en daar meerdere soorten orchideeen. Ook veel Astragalus lusitanicus. Uiteindelijk brengt de brede weg ons bij een mooie vallei bij een beek. Hier vandaan is nog een klein rondje uitgezet door het gemengde bos van eiken en Spaanse zilversparren. Ook groeit er stinkend nieskruid en paeonia coreacea: pioenrozen die helaas nog in knop zijn.
Op de terugweg stoppen we nog even bij een aardig uitzichtpunt bij het dorpje Zahara. Prachtige bloemen in de berm. 's Avonds lopen we nog een rondje door het centrum van Ronda voordat we een restaurant vinden. Mij intrigeert het standbeeld van Aniya la Gitana - ook bekend als de koningin van de zigeuners, en geboren in Ronda. Zij was een bekende zangeres in het begin van de twintigste eeuw. Ik wist niet dat Esma Redžepova een voorloopster had! (ps, ik geef met opzet hier de link naar de Engelstalige bladzijde van Esma want die is veel beter dan de Nederlandstalige).
Op de ochtend van vertrek regent het, en is het kouder dan in Nederland.
route Llano del Ravel; route Ronda; natuur
We zitten dus in Ronda: door sommigen de mooiste stad van Spanje genoemd. De stad ligt op zo'n 700 meter hoogte en wordt doorsneden door een riviertje. Dat riviertje heeft een hele diepe kloof uitgesneden. Enkele oude spectaculaire bruggen overspannen de kloof. 's Ochtends loop ik alvast zelf een kort rondje. In de kloof is het druk met vogels. Veel groenlingen, Europese kanaries, blauwe rotslijsters en alpenkraaien. Ook hoor je hier veel zwarte spreeuwen. Die zwarte spreeuwen zien we ook vanuit onze eigen tuin.
Na het ontbijt lopen we samen een grotere tocht. De route begint bij de oude stierenvechtersarena waar we binnen even een kijkje nemen. Daarna gaan we over de Puente Nuevo en lopen dan naar het oude deel van de stad. Vanaf het pleintje El Campillo gaat de route dan steil naar beneden. De uitzichten zijn steeds adembenemend, maar ook verder is de route zeer interessant. Het pad wordt steeds omgeven door een enorme bloemenzee. We lopen uiteindelijk - langzaam - naar beneden en nemen veel foto's. Je hebt vanaf beneden ook een prachtig uitzicht op de Puente Nuevo. Met een grote boog loopt de route dan naar het noorden en daar gaan we weer omhoog, tot we voor de tweede keer bij de Puente Nuevo zijn.
Daar lunchen we in een spectaculair restaurant. Helaas is het nu te koud om buiten te zitten (het weer is aan het omslaan). Na de lunch gaat de route verder naar, ja naar wat eigenlijk? Het heet "Virgen de la Cabeza", maar als we er zijn is er niet veel te zien - afgezien van de bekende hekken met "Coto Privado" erop. We hebben wel steeds mooi uitzicht op de stad. Op de terugweg lopen we onderlangs en bezoeken nog de oude Moorse baden. Dan zijn we weer terug. Ik ga wat te drinken kopen en verdwaal enigzins in de smalle straatjes.
Vandaag reizen we van Sevilla verder naar Ronda. Onderweg willen we route 6 uit de Crossbill Guide lopen. Die vertrekt in de buurt van Grazalema en loopt dan dwars door de bergen naar Benaocaz. Vandaar zegt de gids dat je wel een taxi kunt vinden die je terugbrengt naar Grazalema. Wij proberen slim te zijn. We rijden naar Benaocaz, en vinden daar een taxi die ons afzet bij het vertrekpunt in Grazalema. Dan kunnen we aan het eind van de wandeling gelijk in de auto stappen.
Een goed plan zeg. Alleen jammer dat de wandeling al na 200 meter bij een enorm hek aankomt met meerdere borden waarop staat dat je niet verder mag. De eigenaar staat bovendien zelf aan de andere kant van het hek uit te leggen dat je er echt niet door mag. We zijn niet de enigen. Ook enkele Spanjaarden keren onverrichterzake om. Ze leggen uit dat de route pas sinds zes maanden niet meer toegankelijk is. Het blijkt dat de grond van de natuurparken in Spanje allemaal nog steeds eigendom is van de herenboeren. Deze boer blijkt in conflict met de leiding van het natuurpark geraakt. We proberen met een omweg alsnog in Benaocaz te komen. Maar na een uur flink klimmen en weer dalen komen we opnieuw bij een hoge afzetting terecht. We lopen verder en maken al doende een prachtige wandeling, en komen uiteindelijk in Grazalema terecht.
Vanuit Grazalema gaat er elke drie uur een bus. Helaas duurt de volgende bus nog meer dan twee uur. De enige taxi van het dorp heeft een andere klus en komt pas 's avonds laat terug. We proberen wat te eten, maar het is net vijf uur geweest, dus de Spanjaarden hebben de lunch net op en de kok houdt siesta. Een koud hapje lukt toch nog. Dan is het wachten tot zeven uur. Petri vindt een plekje bij de Mirador - prachtig uitzicht op het dal, en ik loop nog even naar een uitzichtpunt boven het stadje bij een Christusbeeld.
Ook al komt er dus van de oorspronkelijke plannen weinig terecht, de route die we zo van Grazalema naar Grazalema improviseren is wel prachtig. Ook veel te zien, onder andere weer een aantal orchideesoorten die ik nog nooit eerder zag. Ook groeien er geelsterren en zie ik een grijze gors, blauwe rotslijsters en weer heel veel vale gieren. route; natuur
Met de bus naar het centrum. Het is hier warm, de temparatuur stijgt 's middags tot boven de dertig graden. We lopen door het oude centrum. Bij de kathedraal en bij het beroemde paleis staan enorme rijen toeristen te wachten. Dat gaan we dus niet doen. We lopen verder door de Joodse wijk: wirwar van heel kleine straatjes met veel winkeltjes voor de toeristen: aardewerk, stierenvechten en flamenco. Bij een parkje rusten we even uit. Er staan enkele gigantische oude bomen: ficus macrophylla. Opvallende reuzen uit Australië met luchtwortels. Verder veel sinaasappelboompjes. We denken ook halsbandparkieten te horen, maar de enige parkiet die ik op de foto krijg ontpopt zich 's avonds als een monniksparkiet.
We lopen verder naar een opvallend modern architectonisch "object": de Espacio Metropol Parasol. Wonderlijk gevormd bouwsel waar je - na betaling van een paar euro - naar boven kunt, en dan een rondje boven het plein kunt lopen en uitzicht hebt naar alle kanten. Erg lelijk, volgens Petri. Er vliegt een groep duiven rond. De duiven hebben alle kleuren van de regenboog. Sommige duiven hebben zelfs twee kleuren: de ene vleugel rood, de andere vleugel groen. Na enig zoeken op Internet vind ik de verklaring. Het gaat hier om een soort wedstrijdduiven. De mannetjesduiven moeten daarbij achter een vrouwtje aan jagen. Om de mannetjes uit elkaar te houden worden ze met "onschuldige" verf gekleurd. Het schijnt dat Franco zelf een groot liefhebber was van deze "sport".
Dan gaat de route verder in de richting van de rivier. Langs de rivier fotografeer ik wat planten, maar het is nogal warm hier want er is weinig beschutting. Als we de brug bij Plaza del Altozano oversteken komen we in de schaduw van de huizen terecht en gaat het beter. Dit deel van de stad staat bekend als Triana. Dit was vroeger de zigeunerwijk, maar daar is al lang niets meer van over.
Na een hapje eten lopen we nog met een omweg terug naar de bushalte en plotseling komt er vlak voor ons neus weer een processie voorbij die we dus goed kunnen bekijken. We zijn vooral geintrigeerd door de hoge puntmutsen die erg doen denken aan de Ku Klux Klan. Na enig zoeken op internet leren we dat de Ku Klux Klan (overigens fel anti-katholiek) zich lieten inspireren door de Spanjaarden, en dus niet andersom.
We zijn onderweg naar Sevilla. We willen eigenlijk de wandeling naar Aljibe lopen, maar daar schijn je een permit voor te moeten hebben. Die kun je krijgen in het bezoekerscentrum niet ver van Alcala de los Gazules. Daar komen we langs, maar zo'n permit kun je alleen op door-de-weekse dagen krijgen. En Goede Vrijdag is in Spanje een zondag (alle winkels zijn ook dicht). We passen de plannen dan maar aan (dat was vermoedelijk helemaal niet nodig geweest) en parkeren de auto bij een picnic-plek waar een aantal wandelroutes starten. El Picacho.
Het eerste stukje van de route is heel druk met Spaanse gezinnen die genieten van hun vrije dag, en die een kort rondje lopen om de El Picacho kikkerpoel. Zoals altijd ben je de grootste drukte na een kwartiertje lopen wel kwijt, maar het is toch opvallend dat we de hele dag vrij veel mensen tegenkomen. Het is een mooie route en er is ook weer veel te zien. Vooral veel vale gieren. Op enig moment zie ik er wel 35 tegelijk hoog in de lucht rondjes zweven. Verder lopen we veel door vrij open kurkeikenbos. We volgen een tijdje een flinke beek, waar veel oleander langs groeit.
Bij km 2,5 is een fantastisch uitzichtpunt. Nog wat verder klimmen brengt ons op een soort bergrug waar je opnieuw prachtig weg kunt kijken naar meerdere kanten. Er groeit hier volop drosophyllum lusitanicum: een vleesetend plantje met lange smalle deels opgerolde bladeren waar lijm aan zit om insecten te vangen. Prachtige plek, alleen jammer dat luidruchtige Spanjaarden dat ook vinden.
Vanaf het beginpunt tot hier hebben we louter geklommen en het is opnieuw flink warm. De top van El Picacho is hiervandaan nog even stijl omhoog. Er is ook een pad dat met een omweg alsnog naar Aljibe loopt, maar dat lijkt vanaf hier erg ver. Petri wacht in de schaduw als ik nog even naar de top van El Picacho klim. Op de top zitten enkele groepjes wandelaars stilletjes te genieten van een geweldig uitzicht. Er groeit hier veel onderaardse klaver.
In Sevilla zitten we in een groot luxe hotel een flink eind buiten het centrum. Als we 's avonds nog even de stad in gaan komen we in een enorme mensenzee terecht: Samana Santa dus dat betekent: processies. Die eindigen allemaal bij de kathedraal waar wij ook even kijken. Als een grote processie ten einde is, is het tijd om wat te eten. Maar omdat alle andere belangstellenden hetzelfde idee lijken te hebben, zit er niets anders op dan terug te gaan naar het hotel.
's Ochtends voor het ontbijt loop ik opnieuw een kort rondje naar het strand. Waar gisteren de mist spelbreker was is het nu een stormachtige wind die het verblijf onaangenaam maakt. Op het strand word je gezandstraald, en op het dammetje naar het schiereiland moet je scheef lopen om de wind te weerstaan.
Na het ontbijt kiezen we een wandeling uit een stukje verder westwaarts, net voorbij Barbate, door het Parque Natural de Brena y Marismas Barbate, van Barbate naar Los Canos de Meca. De route loopt door het parasoldennenbos dat hier de kliffen langs de Atlantische Oceaan bedekt. De parasoldennen zorgen soms voor schaduw, maar we lopen ook veel in de zon en 's avonds blijken we allebei flink verbrand te zijn. De route is prachtig, met steeds weer fraaie vergezichten over zee. Langs het pad groeien al vele soorten bloemen en zo nu en dan vliegen er dwergarenden en zwarte wouwen over ons heen. Ondertussen hoor je constant de Europese kanaries die de parasoldennen bewonen.
Het keerpunt is een klein dorpje aan zee, Los Canos de Meca. We lopen een stukje over het strand dat al volop gebruikt wordt door zonnende Spanjaarden (het is immers Semana Santa, dus er hoeft niet gewerkt te worden). We lunchen buiten. Kortom: het is al volop zomer hier.
Op de terugweg rijden we even langs Vejer de la Frontera. Weergaloos uitzicht vlak voordat je daar bent op dit prachtige witte stadje bovenop de heuveltop. route Tarifa; route Barbate; natuur
We zijn gisteravond laat in Tarifa aangekomen: het zuidelijkste puntje van het Spaanse vasteland. Vanwege de storm in Nederland waren we al vroeg naar Schiphol vertrokken. Onderweg enkele omgewaaide vrachtauto's, maar geen files, dus veel te vroeg. Bovendien had de vlucht (vermoedelijk ook vanwege de storm) drie uur vertraging. Uiteindelijk kwamen we daarom pas om 1 uur 's nachts in Tarifa aan, waar het centrum vanwege de Semana Santa was afgezet. Ons appartement ligt midden in het centrum, maar toen we door agenten werden aangehouden nadat we om de afzetting waren heen gereden vroeg iemand gelukkig plotseling of ik Petri was: onze gastvrouw.
's Ochtends voor het ontbijt wil ik alvast een beetje rondkijken, maar dat valt tegen: er hangt een dikke zeemist. Langs het strand groeien en bloeien allerlei planten die ik toch zo goed en zo kwaad als het gaat op de foto zet. Ik neem ook een kijkje bij het schiereilandje. Je mag wel over de dam tot het begin van het eilandje, maar je kunt er niet op. Er scharrelt een kleine zilverreiger rond, en behalve de vele meeuwen vliegen er ook grote sterns rond. In deze tijd van het jaar kun je hier soms heel veel vogels over zien vliegen omdat het de plek is waar de Middellandse Zee het smalst is, en de trekvogels dus de kortste oversteek kunnen maken. Vanwege de mist is daar nu niets van te zien natuurlijk.
Na het ontbijt nemen we de auto en rijden de tweede route (uit de Crossbill Guide), het binnenland in, om de mist te mijden. Dat lukt prima, want na tien minuten rijden we in de zon. Prachtig landschap. Veel koereigers, roodborsttapuiten en kuifleeuweriken. We komen op de weg CA-221 terecht. Heel slechte weg met heel veel kuilen. We rijden toch maar door, om uiteindelijk een kort maar heel mooi rondje te lopen langs de Tiradero beek: Arroyo del Tiradero.
We lopen onder kurkeiken en overal bloeit driekantig look. De eiken hebben prachtige vormen. Dit is een vochtig gebied, en dat kun je zien aan de varens die hier - net als op de Canarische Eilanden - op de bomen groeien. We horen kikkers en er zijn ook veel vlinders - de mooiste is de Spaanse pijpbloemvlinder. Prachtig rondje.
Dan verder, terug naar de kust waar de mist inmiddels verdwenen is. We volgen de route naar de Punta del Carnero - niet ver van Algeciras, maar hier is niet al te veel te zien. Terug naar Tarifa, en daar lopen we een kort stukje over het enorme strand: Playa de los Lances. Wereldberoemd bij windsurfers en kitesurfers, maar vandaag waait het nauwelijks (vandaar ook die mist vanochtend). Ook voor planten- en vogelliefhebbers is er veel te zien. Prachtige plek.
Toen we vanochtend de auto bij het parkeerterreintje ophaalden, hoorde ik een opvallende vogel in de boom zitten en maakte wat onduidelijke foto's. Uiteindelijk blijkt dit een Buulbuul te zijn, een vogel uit Afrika en Azie. Het gaat om de Grauwe Buulbuul, en die wordt eigenlijk nooit in Europa gezien, behalve een flink aantal waarnemingen op precies dezelfde plek in Tarifa: (waarnemingen). Erg toevallig!
route Tarifa; route Arroyo del Tiradero; route Playa de los Lances; natuur
Reacties: G.J.M.van.Noord@rug.nl Andere afleveringen van de looblog |
Copyright: de teksten van de looblog zijn "public domain".