|
Eerst 's ochtends vroeg weer wat muren sauzen, om tegen de middag met goed fatsoen een rondje te kunnen lopen. Ik rijd naar de afslag Spier en loop weer eens een rondje door het Dwingelderveld. Het is mistig, het miezert, en het laatste uurtje van de route zal het ook nog gaan sneeuwen. Maar dat mag de pret niet drukken, natuurlijk.
In de buurt van camping De Noordster is stekende wolfsklauw gevonden, en als ik daar in de buurt ben probeer ik die daar ook te vinden. Er groeit heel veel rode bosbes onder de bomen, en kraaihei. Uit de verte ziet kraaihei er wel enigszins hetzelfde uit dus dat is lastig zoeken. Uiteindelijk geef ik het op. Op de terugweg zie ik op de GPS een zogenaamde "waypoint" die ik maanden geleden al eens heb ingevoerd. Even verderop is dat, en daar zou volgens het boek van Ton Denters ook stekende wolfsklauw moeten groeien. Die vind ik nu zonder problemen.
Druk dagje. 's Ochtends loop ik vast een rondje naar Zuidhorn en Noordhorn om op tijd terug te zijn voor de schilder. Daarna gaan Petri en ik zelf ook nog verder met het sauzen van de muren. 's Middags breng ik een groepje zwemmers naar Emmen. We komen daar rond vier uur aan, en ik loop tot het donker wordt een rondje door de Emmerdennen: een betrekkelijk saai bosgebied dat direct aan Emmen grenst. Onderweg verneem ik dat Rik weer eens gewonnen heeft, 5-2, maar hij heeft alweer een gele kaart gekregen dus dat betekent opnieuw een schorsing. Terug in het zwembad zie ik dat de zwemmers van trainster Ida het goed doen. Kris zwemt twee dikke pr's op de rugslag en de vlinderslag.
route Zuidhorn; route Emmerdennen; natuur
We zijn al bijtijds uit bed en na het ontbijt rijden we naar de Veluwezoom. Helaas, het is nog steeds zeer mistig, dus echt genieten van het mooie uitzicht vanaf de Posbank zal niet gaan.
Als we enkele honderden meters het bos in zijn horen we geluid (gekerm), er blijkt een mountainbiker gevallen te zijn. 't Ziet er slecht uit, been gebroken. Hij kan zelf nog wel 112 bellen en terwijl Petri hem gezelschap houdt loop ik terug om eerst de politie en later een ambulancemotorfiets in de juiste richting te wijzen. Even later volgt ook de ambulance. Grote opwinding dus.
Daarna vervolgen wij onze route in de richting van de Posbank. Het is hier wel erg mooi - zelfs in de mist. We drinken een kopje koffie in een zeer modieus nieuw restaurant, Paviljoen de Posbank, zeer originele architectuur, interessant. Op de terugweg vallen de grote gaspeldoornstruiken op - hier en daar met gele bloemetjes want deze plant bloeit om een of andere reden altijd in de winter.
Twee dagen vakantie. Het is dan eindelijk gelukt om de hotelovernachting die Petri goedkoop via een internetveiling had gekocht te kunnen boeken. We zitten dus in Rhenen, boven op de Grebbeberg, direct naast de dierentuin. Het schijnt hier best mooi te zijn, die berg en ook de Rijn, maar de hele periode dat we er zijn is er dichte mist dus we zien er niet veel van.
We lopen eerst samen een rondje langs de Rijn naar Rhenen en weer terug. Lunch bij Tante Loes, dat is een restaurant in het oude veerhuis. We komen onder de brug over de Rijn door. Vroeger was hier een spoorbrug en kon je via Rhenen naar Nijmegen. In het centrum van Rhenen zien we een aardig Portugees restaurant waar we 's avonds terugkomen en lekker eten.
Ik loop 's middags nog even een kort rondje in de buurt van het hotel waarbij ik ook een bruine beer, twee wolven en een grote roofvogel zie, maar wel achter een groot hek. Tegen het eind van de middag lopen we ook nog een kort rondje door het natuurgebied De Blauwe Kamer, in de uiterwaarde van de Rijn. Het is er - behalve nog steeds mistig - erg modderig. Zelfs in de mist kun je zien dat de vogelkijkhut op een hele mooie plek is neergezet. We zien nonnetjes zwemmen.
route 1; route 2; route 3; natuur
Heel koud. Het vriest en er staat een harde wind uit oostelijke richting. Ik loop 's ochtends want vanmiddag gaan we nog naar Utrecht.
Vanochtend vertrek ik vanaf een oude sluis in Musselkanaal. Op die sluis groeit groensteel, een unicum in Nederland. Maar het is nu winter en ik kan geen groensteel ontdekken. Wel groeit er veel steenbreekvaren die er erg op lijkt. Groensteel is niet winterhard, dus ik moet in de zomer nog maar eens terugkomen. Vandaag is het zeker geen zomer. Het is koud, haast zo'n vijftien graden kouder dan in Gent vorige week. Ik loop eerst tegen de wind in, dus naar het oosten, in de richting van Sellingen.
Het was een hectische week. De afdeling heeft flink mee gelift met de media-aandacht die gepaard ging met de deelname van de "supercomputer" Watson aan de Amerikaanse TV-quiz Jeopardy. Kranten, radio en TV. Onze eigen programma's kregen zo ook flink aandacht, bijvoorbeeld in de NRC afgelopen dinsdag (op woensdag in NRC-Next), maar ook bij Hart van Nederland waar Gosse onze eigen Joost enkele vragen mocht laten beantwoorden. Het stuk in de NRC-Next is gescand.
Ik ben gisteren niet verder dan Dordrecht gegaan omdat ik vandaag een afspraak heb, in Culemborg, met een lagere-schoolvriend, Jan, die ik sinds 1971 of daaromtrent nooit meer gezien heb. Die afspraak is pas 's middags dus ik heb eerst tijd om nog wat van Dordrecht te bekijken. Het mist als ik 's ochtends vertrek, maar langzaam wordt het wat lichter. Ik loop eerst maar eens de brug over over de rivier. Die loopt vlak langs de spectaculair ogende spoorbrug, een hefbrug. Ik zou wel eens willen zien dat die opengaat maar op zondagochtend lijkt daar geen kans op.
Daarna volg ik een route door het haventerrein naar een soortement schiereiland waar alleen wat bedrijven zijn. Ook lopen er een paar kippen, van wie zouden die zijn. Dan ga ik met een boog door Dordrecht, waarbij ik ook de Frans Lebretlaan kom. Tijdens het ontbijt heb ik geleerd dat Frans Lebret een "beroemde" schilder was, en hij was aan het eind van de 19e eeuw de eerste bewoner van het gebouw waar het hotel in is gehuisvest.
In Culemborg hebben Jan en ik heel wat te bepraten en ondertussen lopen we een rondje door Culemborg en de omgeving. Vooral het deel ten noordoosten van het stadje, omgeven door een meander van de Lek, is nauwelijks veranderd in al die jaren en nog steeds een prachtig stuk, met onder andere Het Rondeel, een wandelgebied dat uit de 17e eeuw stamt. Volgens Jan destijds aangelegd voor de monniken zodat ze tijdens de wandeling konden mediteren en/of de rozenkrans bidden. Minder leuk is het verhaal dat de Duitsers hier in de tweede-wereldoorlog executies zouden hebben uitgevoerd, en er zelfs nog lijken begraven zouden liggen. Ook de dijk is zoals altijd geweldig mooi - wanneer maken ze die nu auto- en motorvrij?
We volgen de dijk tot aan de pont en dan lopen we onder de spoorbrug door en door de uiterwaarden. Dit is tegenwoordig een natuurgebied, de Baarsemwaard. Dit volgen we tot het eerste fort, Werk aan het Spoel. En dan gaat het langzaam weer terug naar Culemborg, over de Prijsseweg waar nu een enorme woonwijk is ontstaan. Aan de rand van de wijk speelt de nieuwe fusie-voetbalclub Focus, waarin mijn club Fortitudo sinds een paar jaar is opgegaan. route Dordrecht; route Culemborg; natuur
Vandaag ben ik nog in Gent om nog een flink rondje te lopen. De afgelopen dagen was het zeer grijs en het regende doorlopend, maar nu ik echt tijd heb om naar buiten te gaan is het droog en de zon komt er ook door. Ik loop eerst weer een stukje door het centrum en dan gaat het een eindje langs de Schelde. De Schelde is hier nog maar een klein stroompje, maar er is nog wel eb en vloed, terwijl het water zoet is. Dat is vrij bijzonder.
Ter hoogte van Destelbergen groeit hoog in een boom een maretak. Die zie je bij ons alleen in het zuiden van het land (en in de Hortus wist H. me te vertellen). Het gaat verder tot het oude pontveer van Heusden waar ik - per brug - de Schelde kan oversteken. Omdat de wind daar in de rug is, en de zon nog schijnt is het echt voorjaar en loop ik de rest van de route zonder jas. De prima stemming wordt bedorven omdat ik per SMS op de hoogte wordt gehouden van het resultaat van onze drie ACL-submissions. Niet geaccepteerd (later blijkt eentje alsnog geaccepteerd als een poster).
Ik loop inmiddels weer in de bebouwing van Gent waar ik opnieuw veel stadsplanten ontdek, bijvoorbeeld op de steile stenen zijkant van de spoordijk waar ook wit vetkruid groeit. Verderop groeit in een rioolput nog net zichtbaar ijzervaren. Die komt in Nederland eigenlijk niet voor, en is ook in België zeer zeldzaam. Dit is een bekende vindplaats, dus het betreft geen bijzondere vondst. Even verderop kom ik langs het voormalige woonhuis van "de grote taalgeleerde" prof. Jozef Vercouillie. Tot mijn schande had ik nog nooit van deze collega gehoord.
Inmiddels is het bewolkt geraakt en wordt het steeds donkerder. Als laatste stuk van de route koop ik een kaartje voor het Gravensteen: het mooie oude kasteel waar je allerlei martelwerktuigen en ook een guillotine kunt bewonderen. Het kasteel zelf is ook prachtig. Op de buitenmuren groeien grote aantallen steenbreekvaren, bij ons zie je die bijna niet. Het regent en gaat snel harder regenen. Ik ga terug naar mijn hotel om de koffer op te halen en neem de trein naar Dordrecht.
In Dordrecht is het zo ongeveer droog, en volgt nog een rondje door het oude centrum. Heel mooi centrum, maar allemaal wel een beetje erg steriel in vergelijking met Gent. Planten tref je op de oude muren haast nergens aan.
route Gent; route Dordrecht; natuur Gent; natuur Dordrecht
Vandaag dus de CLIN, en mijn enige loopactiviteit bestaat erin om vanaf het hotel in het centrum naar de hogeschool te lopen, waar de conferentie plaats vindt. Hoogtepunt van de conferentie is voor mij de presentatie van het boekje van Leonoor over de geschiedenis van de taal- en spraaktechnologie, waar we samen zo'n anderhalf jaar aan gewerkt hebben.
's Avonds eten we met een groepje bij een cajun restaurant waar ook Jambalaya op de kaart staat: mijn lievelingsgerecht... In een van de beste films aller tijden, "Schultze gets the blues", speelt dit gerecht trouwens ook een rol. Echt een aanrader, zowel het gerecht als de film. route
Ik ben naar Gent vanwege de 21e aflevering van de CLIN-dag, morgen. Aan het eind van de middag arriveer ik in het hotel dat midden in het centrum ligt, tegenover het stadhuis en vlak bij het Belfort. Ik loop nog een kort rondje voorafgaande aan mijn eetafspraak.
Gent blijkt heel interessante flora op oude muren en dergelijke te hebben. Ik zie vrij veel steenbreekvaren, muurvaren en tongvaren. De meest opvallende plant is echter de vlinderstruik. Er groeien grote aantallen en soms enorme exemplaren langs het water en op andere braakliggende stukjes in de stad. Het is verleidelijk de uitbundige muurflora te verklaren uit het verschil in karakter tussen de Nederlanders en de Vlamingen. In Nederland is elke vierkante kilometer schoongepoetst en ingericht, de natuur krijgt in de stad niet veel kansen. In Vlaanderen is het veel meer een rotzootje, want voor de plantjes aantrekkelijk is...
Ik ben al vroeg op pad, want vanmiddag gaan we Rik verhuizen. Het waait nog steeds hard en het is grijs, maar wel droog. De route loopt vanaf Bovensmilde door het Fochteloërveen. Het eerste stuk is een kaarsrechte weg, maar na drie kilometer kom ik bij het natuurgebied en is de route - over een fietspad van gemalen schelpen - heel veel aardiger. Dit deel van het Fochteloërveen heet volgens mijn GPS "Gebed Zonder Eind".
Het fietspad loopt verder naar de Kolonievaart en vandaar gaat het door het Bankenbos en dan linksaf langs de bekende route die uiteindelijk dwars door het veengebied naar het zuiden loopt. Het eerste deel loopt langs een "wijk" (ontginningskanaaltje) en op de oevers van de wijk groeien honderden flink uit de kluiten gewassen dubbelloof planten - een makkelijk te herkennen varen die zijn naamt dankt aan het feit dat hij twee soorten bladeren heeft.
Als je op het fietspad midden in het veen bent, geeft een grenspaal aan dat je de grens tussen Drente en Friesland bent gepasseerd. Dan is er gelijk links een wandelpad dat je dwars door het veengebied leidt. Mooi pad, maar wel drassig nu. Er groeit veel struikhei, dophei en kraaihei. Interessanter is dat er ook cranberry groeit (nee dat groeit dus niet alleen op de Waddeneilanden), en lavendelhei.
Aan het eind van het fietspad kom je bij de parkeerplaats waar 's zomers ook een frietkraam of iets dergelijks staat. Daar kun nu linksaf over een nieuw fietspad - hier liep ik 22 november 2009 toen het fietspad nog in aanbouw was. Het nieuwe fietspad loopt nu door een recente uitbreiding van het natuurgebied. Even later loop ik het gebied uit en het is nog even doorbijten langs een kaarsrechte weg om terug bij de auto te komen. In Bovensmilde kun je in sommige tuinen de bloemen van krokussen al onderscheiden... route; natuur
Het is herfst. Stormachtige wind, en de temparatuur loopt op tot boven de tien graden. Het is wel droog.
De tocht gaat vandaag door het Kuinderbos: het grootste bos van de Noordoostpolder en befaamd om de vele varensoorten die je hier kunt aantreffen. Mijn oogst is een aantal grote tongvarens. Die zijn betrekkelijk zeldzaam en zie je soms op oude muren of kades, maar in het bos niet zo vaak. Verder groeide of groeit er ook dennenwolfsklauw maar die heb ik niet kunnen vinden. Wel enorme aantallen moeraswolfsklauw.
Reacties: G.J.M.van.Noord@rug.nl Andere afleveringen van de looblog |
Copyright: de teksten van de looblog zijn "public domain".