|
Voor de laatste dag staat een rondje op het programma dat dichter in de buurt van de kust blijft, om zo toch nog wat meer van de warmte te genieten. Wandeling 18, vanaf Tijarafe. Vandaar loopt de route al direct een hele mooie kloof in: de Barranco del Jorado. De route verlaat de kloof dan even maar uiteindelijk is het eerste doel van de tocht de Playa del Jorado: dat is waar de kloof uitkomt in zee. Bij het woord "Playa" denk ik aan strand, maar daar is hier totaal geen sprake van. Via een halsbrekende afdaling met minstens twintig haarspeldbochten kom ik uit bij de playa: een aantal rotsen waarop de golven te pletter slaan. Ook zijn er twee of drie "woningen". Aan de andere kant van de kloof gaat het pad dan met minstens evenveel haarspeldbochten weer naar boven. Dat kon ik tijdens de afdaling al met enige angst aanschouwen. Uit een van de woningen komt een gezin te voorschijn, dat even na mij de klim begint. Man met zoontje en hond, vrouw met baby op de buik en rugzak. Je zult dat maar elke dag een paar keer moeten doen...
Zodra je dan boven bent aangekomen duikt de route de volgende kloof in. Hier geen muilezelpad maar een verharde weg - maar zo stijl dat auto's alleen in de eerste versnelling naar boven kunnen. Als ik bij deze kloof beneden ben aangekomen kom ik bij Prois de Candelaria. Dit is een vissersnederzetting, maar wel een heel bijzondere. Er is beneden een kleine baai en daaraan liggen een aantal "huisjes". De woningen bevinden zich gedeeltelijk onder en in de hoge rotswanden. Als je hier woont moet je niet claustrofobisch zijn, en ook niet bang zijn voor onaangekondigd hoog water. 't Is wel een spectaculair gezicht.
De terugweg vanaf deze prachtige plek is louter omhoog. Een ellenlange klim dus, en er gaan heel wat zweetdruppels doorheen. Het wandelboekje suggereerde al om deze klim 's zomers niet midden op de dag te doen. Gelukkig kan ik me na afloop even lekker verfrissen in de oceaan bij het echte strand van Puerto Tazacorte.
Opnieuw twee heel verschillende rondjes. Eerst 's ochtends naar de hoogste plek van het eiland: de Roque de los Muchachos op de kraterrand van de Taburiente (wandeling 29). De eerste uitdaging is om er met de auto te komen. Tientallen kilometers omhoog in de tweede versnelling. Ik ben voorbereid op kou, zo hoog (2400 meter). Maar dat valt heel erg mee. Het is ruim tien graden, en de zon schijnt volop. Bovendien staat er niet veel wind. In de berm ligt nog wel een restantje sneeuw.
Geweldig tochtje over de kraterrand. Grillig gevormde rotsformaties in veel verschillende kleuren. En natuurlijk spectaculair uitzicht. Tenerife is goed te zien aan de horizon. Het is bijna niet te geloven maar in deze barre omstandigheden bloeit een prachtige plant: erysimum scoparium. Die vind je alleen op grote hoogte op Tenerife en op La Palma. Opvallende rotsformatie: Pared de Roberto. Een natuurlijk gevormde muur van wel vijf meter hoog en maar een halve meter dik.
Bij het hoogste punt zelf is het druk met toeristen want je kunt hier met de auto helemaal komen. Er zijn een paar stukken afgemaakt met hekken waar men blijkbaar bepaalde zeldzame plantensoorten een handje wil helpen. Zo te zien vooral Spartocytisus supranubius en Echium wildpretii. Iets onder het echte hoogste punt zijn een paar mooie spectaculaire uitzichtpunten gemaakt.
Vanaf hier loop ik weer terug. Ik probeer iets eerder terug op de weg terecht te komen en veroorzaak hiermee bijna een kleine aardverschuiving. Dan weer de hele lange kronkelweg terug naar beneden, om 's middags een route bij Galga te kunnen lopen (wandeling 27). Deze wandeling loopt grotendeels door een laurierbos (zeg maar een Canarisch oerbos). Alles groen, vruchtbaar en vochtig, en het contrast met de ochtendroute is weer kolossaal. Bij een nogal groot uitgevallen mirador (uitzichtpunt), met de ook al grandioze naam Mirador de La Somada Alta laten een Canarische atalanta en een Canarische vink zich uitgebreid fotograferen.
route Roque de los Muchachos; route La Galga; natuur
Dag van uitersten. Vandaag loop ik vanaf El Pilar. Dit is een camping annex recreatieterrein in de bergen. Hiervandaan loop ik de wandelingen nummer 3 en nummer 6. Nummer 3 gaat over de Ruta de las Volcanes. Deze wandeling (zo ongeveer) stond een paar weken geleden in de top-10 van de mooiste wandelingen van Europa - volgens de Volkskrant. Het is inderdaad een hele spectaculaire tocht. Langs een aantal vulkanen en de bijbehorende lavavelden. Heel bijzonder. Geweldige vergezichten. Andere Canarische eilanden zijn niet te zien omdat er aan de oostelijke kant van de bergrug wolken hangen. Het is hier zo hoog (1800 meter en meer) wel erg koud. Er staat een heel koude harde wind. Het is nauwelijks boven nul denk ik.
Als ik al weer op de terugweg ben kom ik de eerste wandelaars tegen. Ik was dan ook best vroeg vertrokken. Langzamerhand kom ik er steeds meer tegen. Als ik terug ben bij El Pilar gaat het de andere kant op voor wandeling nummer 6. Deze loopt over de bergrug "Cumbre" naar het noorden. Links prachtig uitzicht over El Paso en verder, rechts een wolkendeken dat precies tot de kam reikt. Zo nu en dan zweven er flarden mist over de zandweg, maar meestal loop ik vol in de zon. In plaats van ijzig koud is het nu heel warm (en ik ben vandaag ook nog eens mijn pet vergeten). Na een uurtje bereik ik het eigenlijke doel van dit deel van de wandeling. Een korte afdaling door het laurierbos naar een bron. Volgens het boekje staat die vaak droog en alleen na veel regen kun je hier je veldfles vullen. Dat lukt mij makkelijk. De terugweg - tegen de zon in - is zwaar vanwege het gemis van de pet.
Wandeling nummer 14 uit het ANWB boekje. Eerst met de auto naar de Barranco de las Angustias (even buiten Los Llanos de Ariadne). Vandaar kun je met een taxi naar het vertrekpunt van de wandeling. Ik deel een taxi met een Duitser die al een half uur wacht: per taxi is het 51 euro, en dan wil je wel delen. Volgens het wandelboekje zou het om jeeptaxi's gaan die over een zeer slechte weg naar boven rijden. Blijkbaar is er wat veranderd. De weg is wel heel steil en bochtig, maar netjes geasfalteerd, al liggen er zo nu en dan stenen op de weg (die de taxichauffeur dan even opruimt). De taxi is ook geen jeep - niet meer nodig blijkbaar.
De wandeling begint op zo'n 1100 meter hoogte, en loopt helemaal door de Caldera de Taburiente: de enorme krater. Het eerste deel van de route loopt vrij makkelijk over een bospad langs de bergrug. Zo nu en dan met een bruggetje over een meestal drooggevallen beek. Na ongeveer een uur is er een zijpad naar links om de "petroglifos" te zien: de rotstekeningen van Tajodeque. Dat zijn de enige schrifttekens op La Palma uit de tijd van voor de Spanjaarden. Ik loop er wel even voor om, maar ik kan er weinig van maken, blijkbaar meer iets voor de fijnproevers dan wel de echte archeologen.
Via een enorme kloof - de Barranco Bombas de Agua - loopt de route dan naar de Rio Taburiente. Dit stuk hier staat bekend als de Playa de Taburiente. Prachig mooi: het riviertje bevat niet zo veel water maar heeft wel een heel brede bedding uitgeslepen. Magnifiek gezicht met de enorme kraterranden aan alle kanten om je heen.
Na de Playa de Taburiente begint de eigenlijke afdaling terug naar het beginpunt pas. Eerst daalt de route af naar de Barranco Almendro Amargo. Hier loopt ook een beek. Eerst ga ik een stukje terug stroomopwaarts waar de beek zich splitst. Links is een watervalletje (Cascada de Colores) en rechts, de Barranco del Limonero, kun je de beek een eindje stroomopwaarts volgen.
Het water en de stenen zijn oranje (okergeel zegt het boekje) vanwege de ijzer. Flink klauteren over de stenen en zo nu en dan de beek oversteken door van steen naar steen naar de overkant te lopen. Als ik niet verder kan zonder natte voeten te krijgen blijkt dat vanaf hier de gehele verdere route grotendeels op deze manier verloopt. Steeds klauteren, stukje langs de beek, beek oversteken, weer klauteren, etc.
Een eind verder komt de beek uit in de Rio Taburiente waar wat meer water in stroomt. Ook hier moet het water overgestoken worden en dat is wat lastiger. Zeker voor de Duitse ouderen die je hier nogal veel ziet. Ik zie een paartje grote gele kwikstaarten van het water genieten. Prachtig gezicht. Uiteindelijk loopt de Rio Taburiente terug naar de parkeerplaats al is het meeste water alweer verdwenen uit de beek: bijna al het rivierwater wordt gewonnen voor het de zee weet te bereiken.
Ik rijd na de wandeling even naar zee, inderdaad daar waar de Rio Taburiente eigenlijk in zee uitkomt. Prachtig zwart strand. Enige toeristische plek die ik tot nu toe hier gezien heb. De temparatuur is hier beneden boven de twintig graden. In mijn landhuis op 800 meter hoogte is het nog geen zestien...
Vandaag staat La Cumbrecita op het programma: de laagste plek op de kraterrand van de centrale grote vulkaan van het eiland, de Taburiente. Ik ben van plan de wandelingen 11 en 12 te combineren, maar ter plekke blijkt dat een aantal paden is afgesloten (aardverschuivingen, dat schijnt hier wel vaker te gebeuren). Ik improviseer. Eerst op en neer naar het uitzichtspunt Lomo de Las Chozas. Prachtig uitzicht over de caldera en de indrukwekkende rotspartijen eromheen. Moeilijk op de foto te krijgen vanwege het enorme verschil in belichting tussen de rotsen die in de zon liggen, en de delen die nog in de schaduw van de andere rotsen liggen.
Dan over de LP 13.3 naar het noorden, tot zover het mogelijk is. Dat is tot Galeria La Faya. Voor dit pad wordt aan het begin gewaarschuwd. Je moet goed uitkijken en geen last hebben van hoogtevrees. Ik vind het prachtig. Smalle paadjes langs de steile rotshellingen. Interessante flora. Op de terugweg ook even kijken bij de Mirador de los Roques, en een broodje eten. Het uitzicht en de stilte is grandioos.
Ten slotte beklim ik de Pico Bejenado. Later blijkt dat wandeling nummer 13 uit het boekje ook naar deze top toegaat, maar dan vanaf een ander beginpunt. Leuk om de beschrijving van de berg deze keer pas na afloop te lezen. Deze wandeling loopt vanaf 1300 meter omhoog naar de top op 1854 meter. Flink vermoeiend maar ik ben tevreden over mijn conditie. Prachtig uitzicht boven op de top. Onderweg een paar mooie foto's van enkele vogels kunnen maken. Beneden zag ik al de eerste wolkenflarden de caldera binnen trekken, en als ik terug naar beneden loop kom ik in de mist terecht. Bij de parkeerplaats is de zon niet meer te zien. Toch zijn er nog enkelen die nu pas aan de wandeling willen beginnen...
's Avonds film op de laptop: Life of Pi. Had het boek al gelezen en de film vind ik ook heel bijzonder en prachtig. Prachtige beelden ook (8).
Vandaag ben ik al vroeg aan de andere kant van het eiland voor wandeling nummer 24: van Los Tilos naar Los Saucos (en terug). De route begint diep in de Baranco del Agua. Dit deel van het eiland staat bekend om vochtige laurieroerwouden, wel wat te vergelijken met het noordoostelijke deel van Tenerife waar we samen gelopen hebben. Veel flora te genieten dus, al is het zo donker in de kloof dat het in het begin vooral moeilijk fotograferen is.
De heenweg naar Los Saucos gaat omhoog, via enkele uitzichtpunten verlaat de route de kloof. De terugweg gaat weliswaar over een (kleine) autoweg, maar volgt wel de kloof. Dit deel van de route is eigenlijk nog mooier. Vooral de enorme varens (woodwardia radicans) die langs de steile wanden van de kloof naar beneden hangen zijn indrukwekkend.
Even middagpauze bij de Piscinas del Fajana. Dit is een plek helemaal aan de kust in het noordoosten. Wilde zee. Het zwembad (Piscinas) is een zeezwembad waar je wel in de zee zwemt, maar niet te veel last van de enorme golven hebt. Mooie plek voor de lunch.
's Middags loop ik wandeling nummer 23. Dit is een rondje vanuit Barlovento en dat is hier vlakbij. Deze route sprak me aan omdat er een aantal mooie oude drakenbomen worden aangedaan. Deze drakenbomen kwamen in dit deel van het eiland van nature voor. Maar er zijn nog maar weinig exemplaren over omdat de bomen werden gebruikt voor een rode kleurstof - het zogenaamde drakenbloed.
's Avonds film op de laptop: Django Unchained. Valt toch een beetje tegen voor een Tarantino (6).
route Los Tilos; route Barlovento; natuur
Vanochtend aangekomen op La Palma voor een weekje vakantie. De vlucht vertrok al om 06:00 vanaf Schiphol, dus geslapen bij Ibis Schiphol. Voordeel is, dat er nog een half dagje overblijft als ik me eenmaal geinstalleerd heb in het landhuis Casa Candelaria te El Paso. Dit is zo'n beetje midden op het eiland, op 800 meter hoogte en vlakbij het informatiecentrum van het nationale park Caldera de Taburiente. Vanaf het huisje zie ik kanaries, alpenkraaien en torenvalken.
Ik rijd 's middags naar het zuiden om vanaf Los Canarios de eerste wandeling uit de ANWB wandelgids voor La Palma te lopen. Wandeling nummer 1: naar de Volcan San Antonio en de Volcan Teneguia. Onderweg al een paar keer stoppen om foto's te maken. Sommige planten beginnen er bekend uit te zien na eerdere trips naar Tenerife en Gran Canaria.
Het gaat eerst naar de Volcan San Antonio, door grijszwarte vulkanische grond. De zon schijnt en het waait hard. Ondanks de zeer schrale omstandigheden groeien er toch planten. Je kunt bij de kraterrand van de San Antonio komen, maar je mag er vandaag niet overheen wandelen: te harde wind.
Vervolgens gaat de route naar beneden over de flank van de San Antonio in de richting van de volgende vulkaan. Hier kom je eerst door een gebied waar wijn geteeld wordt. Het gaat op een bijzondere manier. De wijnranken liggen op de grond achter lage muurtjes tegen de wind. Deze tijd van het jaar zie je alleen de oude stronken van eerdere jaren.
Bij de Teneguia waait het nog harder. Ik durf het laatste stukje over een bergkam niet te lopen vanwege de harde, vlagerige wind. Ik heb nu meer begrip voor de beslissing om wandelaars weg te houden van de kraterrand van de San Antonio.
't Is een grijze saaie, en koude dag. Ik loop eerst naar Zuidhorn. Bij 't Stort is een nieuwe uitkijktoren geplaatst. Hij lijkt helemaal klaar maar je kunt er nog niet goed komen zonder natte voeten te krijgen. Aan het eind van de route nog meer nieuws: het fietspad vanaf de Zuiderweg in Zuidhorn naar Den Horn is klaar. Precies op die plek word ik opgepikt door Petri. Samen lopen we nog een rondje vanaf Leek langs het Leekstermeer en terug via het Vagevuur en de Natuurschoonweg.
route Zuidhorn; route Leek; natuur
Beetje ziekjes geweest deze week, net als Petri, dus we doen het rustig aan. Ik begin om 11 uur in Westlaren en loop nog maar weer eens door het gebied van de Drentsche Aa. Petri komt met de auto naar Gasteren als ik er zo'n 10 kilometer op heb zitten, en dan lopen we samen nog zo'n stukje terwijl de zon er langzaam een beetje doorkomt.
Op de Gasterenseweg wil een oudere man op de fiets ongevraagd kwijt dat hij dit de mooiste weg van Drente vindt. Op 28 november 2009 schreef ik al dat dit inderdaad een heel mooi weggetje is. Dus ik ben het met hem eens. Even verderop langs het Scheebroekerloopje naar het Eexterveld. Ook heel mooi. Langs de Anlooërweg zit een groep van meer dan honderd wilde zwanen!
Er is vannacht weer een nieuw laagje sneeuw gevallen. Ik probeer een beetje uit de wind te lopen, maar het valt mee met de kou. Het gaat langs een aantal bekende plekjes: Friesche Veen, De Duinen, Vosbergen, dan kanaal, snelweg en Drentsche Aa oversteken bij Glimmermade, verder naar Vosbergen, Onner Es, en dan over de Noordlandsdrift naar Haren.
Prachtige tocht vandaag. Vroeg weg. Voordat ik op de snelweg kom ligt er nog wat sneeuw maar dan gaat het vlot. Tot Huizen: enorme sneeuwbui. In de tegenovergestelde richting zie ik al een auto dwars in de berm staan. 50 km/uur is al te snel. Als de weg een viaduct overgaat daalt de snelheid naar 30, en nog voel ik de auto glibberen. Verderop gaat het iets beter. Maar dan zie ik even voor me een geel busje de vangrail links van de weg bijna frontaal raken. Hij draait nog verder en zijn koplampen schijnen ons tegemoet. Flinke schade zo te zien. Na Utrecht is er plotseling helemaal geen sneeuw meer. Ik rijd naar Driebruggen, net voorbij Woerden. Rondje Groene Hart.
Als ik vertrek duurt het maar even of de zon komt erbij. Het is helemaal prachtig. Ik vermaak me volop. Prachtige oude smalle weggetjes door het plassengebied. De eerste acht kilometers is het alleen maar genieten. Ik zie eindelijk ringmussen. Verder ook smienten, putters, krakeenden, brilduikers, nonnetjes, grote zilverreigers, en enorme aantallen ganzen. Daarna door/langs Reeuwijk. Een groep indische ganzen. Langs het plassengebied naar Gouda.
In Gouda langs een jaren-30 wijk met veel muurplanten die zich op de tuinmuurtjes gevestigd hebben. Allerlei varens. Nieuw: zachte naaldvaren. Ook bijzonder: vroeg havikskruid. Even verderop Stijf hardgras. Die had ik eerder in Middelburg gezien, maar niet gefotografeerd dus dat gebeurt nu alsnog. Dan de binnenstad van Gouda: heel mooi oud centrum. Prachtig stadhuis. Heel mooi stukje bij de Sint Janskerk en het museum. Het zuidelijkste puntje van het centrum van Gouda grenst direct aan het buitengebied, net als bij Den Bosch.
De route gaat verder langs de Hollandse IJssel. Een reden is dat er een stuk verderop op het dijktalud van de Hollandse IJssel wrangwortel groeit. Dit is een zeer zeldzame plant die in Nederland wel als inheems wordt beschouwd maar verder eigenlijk nergens meer voorkomt. Hier nog wel op vijf plekken langs de dijk. De route doet vier van de plekken aan. Het bijzondere van deze plant is dat hij 's winters al bloeit. De Heukels en Wikipedia noemen maart/april, maar het kan blijkbaar al veel eerder. De plant werd vroeger gebruikt als geneesmiddel tegen bepaalde aandoeningen van koeien. Het is dan ook niet toevallig dat de huidige vindplaatsen bij boerderijen zijn: tientallen jaren geleden is de plant hier doelbewust aangeplant vermoedelijk. Zo'n plant wordt wel een veeartsenijplant genoemd. Maar wrangwortel is zo'n beetje het enige echte voorbeeld van deze categorie.
Voordat ik linksaf de polder insla om terug te lopen naar Driebruggen kom ik bij Goejanverwellesluis. Dit is een plek die bekend is uit de "Vaderlandse Geschiedenis". Op Wikipedia kun je het nog eens nalezen als je het vergeten bent. Als je goed leest, blijkt dat slechts "volgens de overlevering" de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen op deze plek plaatsvond. In werkelijkheid was het ergens anders! Je kunt je natuurlijk ook beperken tot de ollekebolleke-versie van Drs. P., ook te vinden op zijn verzamelbox Compilé Complé.
Het weerbericht meldt dat er 's middags regen komt. Ik ben tegen half elf in Rolde. Heel even zijn er nog opklaringen maar het wordt al snel heel bewolkt. Er staat een akelige koude wind die steeds verder aanwakkert. Vanaf km 16 regent het. Bij Gastersche Holt en even verder bij de Scheebroekerloop wordt er gewerkt aan het herstel van de beken.
Dagje naar Schiermonnikoog. Boot van half tien. Parkeren bij het Boze Wijf, dus een paar kilometer extra lopen. Bij de spuisluizen zwemt alweer een zeehond. Het is koud, maar zonnig. Vooral op de boot is de harde noordwestenwind niet te harden. Het is toch mooi: mooie groepjes eiders en grote groepen scholeksters.
Vanaf de boot eerst langs de dijk naar de Westerplas. Dit is enigszins uit de wind. Aan de andere kant van de dijk zitten zoals gewoonlijk in de winter enorme aantallen brandganzen en rotganzen. Ook twee keer een torenvalk en een blauwe kiekendief. Dan langs de kwelder ten zuiden van de Westerplas. Mooi gebied, nu erg nat. Terug naar de Westerplas. Vanuit de vogelkijkhut: wintertaling en pijlstaarten.
Verder door de Westerduinen. Rond wintergroen. Langs de vuurtoren en dan verder naar het oosten. Vanaf de strandovergang bij de Noorderduinen zie je de zeehonden liggen op een zandbank. Het water staat hoog, het strand is veel smaller dan gewoonlijk. Via het bos naar De Marlijn en dan weer terug naar het dorp via de Reddingsweg. Hier is het heel nat. Weer via de dijk terug naar de boot. Langs de dijk toch nog een oeverpieper gespot.
Reacties: G.J.M.van.Noord@rug.nl Andere afleveringen van de looblog |
Copyright: de teksten van de looblog zijn "public domain".