|
Samen lopen we een mooi rondje vanaf Wedde. Het is fantastisch weer. Nauwelijks verharde weg. Na afloop zitten we op terras van het Huis te Wedde: het kasteel waar ooit Bommen Berend nog gewoond heeft. Langs het pad om de burcht groeit ook al bosgeelster.
Het is weer zomertijd, dus is er 's avonds na het eten nog wel tijd voor een (kort) rondje. Ik loop een rondje bij Roden door de Maatlanden. Ik kom langs Zulthe - het huis waar Vasalis ooit woonde. Het gebiedje heeft een zekere faam omdat dit een van de weinige gebiedjes is waar potklei aan de oppervlakte komt. Er groeien daarom enkele bijzondere soorten hier, bijvoorbeeld heelkruid waarvan ik enkele rozetten in de berm vind. Verder enorme aantallen bosanemoontjes, witte klaverzuring en veel ruige veldbies.
route Wedde; route Roden; natuur
Geen auto ter beschikking dus met de fiets naar Zuidhorn en dan verder per trein en bus naar Annen. Op het stadhuis van Zuidhorn hangt inmiddels het carillion - en dus niet bij ons naast op de Abdijkerk wat de gemeente eerst wilde. Prachtig weer. Ik loop door een paar bekende, maar hele mooie plekjes. Vooral in het vroege voorjaar is het Drentse Aa gebied prachtig. Het doet wel enigszins denken aan de pracht van de bronbossen van gisteren, maar het is allemaal lang niet zo groot: een paar kleine gebiedjes die je ook nog moet weten te vinden anders loop je er zo omheen.
Langs het Anlooërdiepje natuurlijk, weer veel bosanemoon en ook bosgeelster, muskuskruid, goudveil en bittere veldkers. Via het Gastersche Diep waar ook weer de stengelloze sleutelbloemen bloeien. Rode Kelkzwammen. Ook het beekje door het Gasterse Holt is in deze tijd een lust voor het oog. Ook hier veel bosanemoon, goudveil en bloeiende witte klaverzuring. Door het Eexterveld naar Eext, en in Eext op twee plekken de speciale bordjes "Verboden te Maaien" die vergezeld gaan door veel bloeiende bosgeelsterren.
's Ochtends vroeg met een treintje naar Oud Heverlee. Vandaar een prachtige route door het Heverleebos, langs de Vaalbeek, door het Meerdaalbos en langs de Dijle terug naar Leuven door het Egenhoven Bos. De bossen ten zuiden van Leuven zijn overblijfselen van het reusachtige Kolenwoud, dat vroeger heel Midden-België bedekte - zo lees ik bij thuiskomst in Lemen Voeten dat een reportage aan Leuven wijdt. Het enorme woud hield de Walen en de Vlamingen een beetje uit elkaar.
De route gaat langs Zoete Waters. Dit is een prachtige bronnenbosgebiedje waar ik drie jaar terug al eens langs kwam. Het is prachtig. Enorme aantallen bosanemoon en slanke sleutelbloemen. Ook bosbingelkruid, bosviooltjes, aardbeiganzerik, en goudveil. Bij km 2.5 kom ik langs de Minnebron - één van de weinige bronnen die openbaar toegankelijk is. Echtparen zijn druk bezig enorme flessen te vullen met bronwater en naar hun auto te sjouwen.
Verder langs de Vaalbeek tot aan de buurtschap met dezelfde naam, en vandaar loopt een holle weg in zuidwestelijke richting. De ochtendnevel verdwijnt en het begint warm te worden. De weg komt in het Meerdaalbos terecht en komt uiteindelijk in Sint-Joris-Weert terecht. Daar kom ik weer op het bekende pad langs de Dijle terecht. Dit is een schitterend pad langs de hevig kronkelende rivier. Ik ben blijkbaar de enige in de verre omtrek. route; natuur
Ik reis 's ochtends vroeg naar Leuven voor de doctoraatsverdediging van Jan de Belder, om 5 uur op campus Heverlee. Omdat de treinen mooi op tijd zijn, ben ik vroeg genoeg om te voet van het station, via het hotel, naar de campus te lopen. In de trein regende het hier en daar, maar 's middags klaart het snel op en begint de - aangekondigde - bijna zomerse periode.
Langs de Dijle naar het Groot Begijnhof en daar onder de ring door naar de campus. De campus zelf, en het aangrenzende Egenhoven Bos is in deze tijd van het jaar heel mooi. Veel bosanemonen, slanke sleutelbloemen en bloeiend muskuskruid. route; natuur
Nog niet fit, maar omdat de zon zo enthousiast schijnt, loop ik toch maar een kort rondje. De putters genieten van de bloesem van de populieren, en je hoort nu overal tjiftjaffen (even moeten opzoeken of dat het juiste meervoud is. Van Dale - op het web - kent zelfs het enkelvoud niet).
Gisteren (22 maart) al een beetje ziekjes. Toch vroeg weg en een flink rondje gelopen voordat ik 's avonds in Maarn ga eten met een aantal collega's uit de Eurotra periode. Vandaag (23 maart) ziek thuis.
Kort rondje na het eten omdat het zulk heerlijk weer is. Ik loop door de Coendersborg, Groenestein, en het Sterrebos. Veel stinsenplanten die dit jaar al erg vroeg uitbundig bloeien.
Ik ben in Den Haag vanwege de gesprekken met de aanvragers van een Vici-subsidie. Gisteravond laat aangekomen. 's Ochtends vroeg loop ik vanaf het hotel met een omweg naar het NWO-gebouw waar om 09:00 uur de vergadering begint. Om 17:00 is het afgelopen en dan improviseer ik een route waarbij ik uiteindelijk in Scheveningen beland. In het donker weer terug.
Met al die tripjes lees ik weer heel wat bij. Erg leuk: Tom Wolfe, Back to Blood. En ook mooi: Jan Brokken, De Vergelding. In dat boek wordt ook een nummer van Leonard Cohen genoemd: The Partisan. Dat blijkt niet door Cohen zelf geschreven te zijn, maar al een (oorspronkelijk Frans) nummer uit 1943. Nooit geweten. Een heel jonge Herman van Veen heeft al in 1971 een Nederlandse versie uitgebracht. Overigens is Jan Brokken al langer een favoriet. Al was het maar omdat in een van zijn boeken een tafeltennisser de hoofdrol speelt: De droevige kampioen. Die gaat 's zomers onder andere naar een trainingskamp van de NTTB in Sittard. Dat heb ik vroeger ook nog eens gedaan (in de groep van de latere bondscoach Jan Vlieg).
Voordat het QTLeap programma vanochtend om negen uur verder gaat, kan ik vanaf het Myriad hotel nog even een kort rondje lopen, want het is pas kwart over acht als ik daar arriveer. Het is alweer prachtig zonnig weer. Leuk: een paartje Europese kanaries in de aangeplante rozemarijnstruiken.
Van het oude deel van de stad waar mijn hotel is, ga ik met de trein naar Lissabon Oriente. Dit spiksplinternieuwe deel van de stad, Parque des Nacoes, ziet er zo'n beetje uit zoals ik me Dubai voorstel. Langs de Taag, enorme gebouwen, allemaal onder architectuur gebouwd. Prachtig, als je er van houdt. De zon schijnt wel weergaloos, en de enorme brug (Ponte Vasco da Gama) over de Taag ziet er verderop ook indrukwekkend uit.
De projectbijeenkomst in het Myriad hotel begint om negen uur, en duurt tot 's avonds acht uur. Dan gezamenlijk eten. Avontuur om met de taxi weer thuis te komen.
Gisteravond rond middernacht in Lissabon aangekomen, voor alweer een projectbijeenkomst van anderhalve dag (vrijdag en zaterdagmorgen). Vandaag heb ik bovendien de jaarlijkse ACL teleconferentie. Dus twee uur lang op de hotelkamer met de telefoon aan het oor. Ik ben voorzitter dus dat is extra opletten.
's Ochtends is er dus wel tijd voor een uitje. Ik zit in hetzelfde hotel als waar we in november zaten. Ook is de lucht weer even stralend blauw. In de tussenliggende drie maanden schijnt het hier alleen maar geregend te hebben... Vandaag is het in ieder geval prachtig. Ik loop eerst de berg weer af naar de plek aan de Taag waar de veerboten naar de overkant vertrekken: Cacilhas. Ik loop dan over de oude kade langs de Taag in westelijke richting.
Dit is een heel wonderlijk stukje. Een heel smalle weg direct langs het water, rechts, terwijl links van de weg alleen maar ruines van voormalige haven- of visseractiviteiten te zien zijn, waarvan de gevels een gesloten front vormen waardoor je noch links noch rechts van de weg kunt uitwijken. Hier en daar lijkt er toch ook nog iemand te wonen. Ik loop in de richting van Cristo Rei: het enorm grote (en lelijke) beeld van Jezus dat vanaf de overkant van de Taag de stad Lissabon in de gaten lijkt te houden.
De flora is opvallend. Bij ons kijk ik voor wilde planten natuurlijk vooral in de berm, maar hier groeit en bloeit er ook van alles op de daken en de dakgoten van de huizen. In eerste instantie denk ik dat dit komt omdat het veel verlaten afbraakpanden zijn, maar later zie ik dit nog veel meer, ook midden in Lissabon. Veel grote leeuwenbek (Antirrhinum linkianum), met opvallende grote rode bloemen. Verder valt op dat hier overvloedig zwartmoeskervel groeit - een plant waar je bij ons speciaal een dagje voor naar Texel moet.
Verder valt hier op dat de vlaggen halfstok hangen. Ook de Portugezen die ik het vroeg wisten niet direct waarom. Uiteindelijk blijkt dat Cardinal Jose da Cruz Policarpo, de "patriarch van Lissabon", een van de kardinalen die de laatste twee pausen mee heeft uitgekozen, is overleden.
route 't Stort; route Hamstertolhek; natuur
Historische dag. Het wordt zelfs hier in het noorden bijna twintig graden. Vorig jaar zaten we rond deze tijd nog in de sneeuw. Sommigen zijn nog op wintersport en er wordt nog geschaatst. Maar vandaag is iedereen buiten. De es in Zeegse staat helemaal vol met auto's: allemaal wandelen en op het terras zitten. De mensen die we onderweg tegen komen vormen een veel gemeleerder gezelschap dan gewoonlijk: alle leeftijden, nationaliteiten en outfits.
Maar goed. 's Ochtends om acht uur valt het nog wel mee met de drukte als ik in Haren parkeer. Ik loop in de richting van Harendermolen. Daar vliegen sinds een aantal weken een stel Middelste bonte spechten rond. Dat is nogal bijzonder omdat ze nog niet eerder zo noordelijk gezien werden. Het gebiedje bij Harendermolen waar het om gaat bestaat uit mooie oude lanen met stukken rommelig bos er tussen. Het is een flinke herrie: veel roeken en blauwe reigers die boven in de bomen aan hun nesten bezig zijn. Ook veel grote bonte spechten, en ander klein grut. Even verderop zie ik de eerste vogelaars die een beetje rond drentelen en hun dure, zware apparatuur op de grond hebben gezet. Hij is dus duidelijk nog niet in beeld.
Ik loop een aantal lanen door en kom hier en daar nog meer vogelaars tegen, en maak soms een praatje. Dan zie ik even verderop een groepje omhoog wijzen. Als ik ook in die richting loop hoor ik plotseling een heel harde roep: "hèèèèh hèèèèh hèèèh". Ik kijk omhoog, en zie duidelijk een specht: hij zit recht boven me op nog geen tien meter afstand. De andere vogelaars komen er vlug aangelopen. "Zit-i daar?". Als ze bij me zijn aangekomen is de vogel gevlogen. Ik heb nog wel een foto kunnen maken, maar die is niet mooi genoeg voor de looblog - maar hij staat er wel op!
Voor ik naar huis rijd maak ik nog even een tussenstop in Groningen waar in het Oosterpark bij een nieuwbouwcomplex de "Aziatische veldkers" groeit. Dit is een nieuwe soort die plotseling overal opduikt, zoals hier te lezen valt. Die wil ik toch ook wel eens gezien hebben.
's Middags dus naar Zeegse, samen. Het is warm, en we lopen in t-shirt. Mooi rondje langs het beekdal van het Zeegserloopje. Als ik in de struiken foto's maak van schedegeelster en lenteklokje, schikt Petri van een viertal reeën die voor haar het pad oversteken en over de akker stuiven. Ze maken flinke stofwolken, 't ziet er mooi uit. Aan het eind nog even op het terras bij restaurant de Drentsche Aa waar nauwelijks plek is.
route Haren; route Zeegse; natuur
Nog steeds fantastisch weer. Ik ben even na acht uur in Assen en loop via Amen en Zwiggelte naar Beilen. De route is het mooist bij Amen, en ook het gedeelte door de boswachterij Grolloo. Bekende plekken. Het eerste deel, van station Assen naar Amen is een beetje saai. Het laatste stuk, vanaf Olmers (km 22) is heel vervelend. Grootschalig landbouwgebied met de bijbehorende zurige reuk. De enige afleiding wordt verzorgd door twee buizerds die bovenop een hoogspanningsmast de lente vieren door een nummertje te maken.
De ijsbaan van Ekehaar blijkt dit jaar toch nog ergens goed voor: een ooievaar is er aan het pootje baden. Bij Amen loopt het pad vlak langs het kronkelende Amerdiep. Hier groeit schedegeelster. Dit jaar vind ik de soort ook even verderop op een andere plek. Ook de blaadjes van de bosanemoontjes komen al voorzichtig boven de grond. Aan de overkant van het water groeit ook al echte valeriaan. De bloemen van het speenkruid gaan hoe later het wordt steeds uitbundiger stralen.
Rondje vanaf Bettembourg (10 kilometer ten zuiden van de stad Luxemburg) voordat ik op het vliegtuig stap. Het heeft gevroren maar het is windstil, dus niet koud. Door het Betebuergerbesch - een klein natuurgebied.
Vandaag de technical audit van ons project op de burelen van de EU. Maar daar mag ik allemaal niets over vertellen want de hele vergadering is geheim. Of is het ook geheim dat de vergadering geheim is? Ondertussen schijnt de zon buiten aan een stuk door. Als de vergadering afgelopen is, zorg ik dat ik snel terug in de stad ben om nog twee uurtjes van de zon te kunnen genieten.
Midden in het centrum zie ik twee waterspreeuwen. Ze zitten allebie op een kei in het water en laten zich goed bewonderen. Zo nu en dan springen ze in het snelstromende water en duiken dan onder om een stukje verder weer boven te komen. Het ziet er koddig uit, maar gaat allemaal veel te vlug om vast te leggen.
Die vergadering is morgen pas, maar er waren geen geschikte vluchten vandaag. Dus heb ik een dagje over. Ik ga met de trein naar Kautenbach en loop vandaar naar Ettelbruck. Daarvandaan weer met de trein terug. Dagkaartje Luxemburg: slechts vier euro. Dat heb je in zo'n klein landje.
In deze omgeving (Diekirch) hebben we in 1974 twee weken op een camping gestaan. Van de vakantie herinner ik me wat uitstapjes, maar verder heel weinig. Maar wel, dat ik daar de WK-finale in de kantine van de camping heb gezien...
De route is prachtig. Dat wist ik ook eigenlijk al, omdat ik eind jaren tachtig een paar keer met de trein naar Luxemburg ben geweest. Als je dan via Luik gaat, gaat de trein dwars door de Ardennen heen. En kom je dus ook langs de riviertjes waar ik vandaag langs loop: de Wiltz en de Sauer. Het water staat hoog, en stroomt snel, maar ik hoef de route niet aan te passen.
Het weer is goed, er is zelfs zon verwacht. Maar die laat lang op zich wachten. De dalen hangen vol met nevel. Als de zon er eindelijk door komt, zo rond het middaguur, dan is het gelijk warm - vooral op de plekken waar je omhoog loopt. Het is de hele dag windstil.
Het eerste stuk van de route is gelijk een "Naturpfad", met uitleg in drie talen (jawel, ook in het Nederlands). De grote bossen stijve naaldvarens vallen op. Verder steeds opnieuw goudveil (vochtige plekken), valse salie en amandelwolfsmelk (die vind je bij ons alleen in het Savelsbos). Ik zie ijshaar. Dat is volgens Wikipedia:
IJshaar (of haarijs) is een zeldzaam natuurlijk verschijnsel waarbij een haarachtige, wollige ijsstructuur ontstaat op dood en nat kernhout, dus niet op de bast, van loofbomen.Nog een ander bijzonder gezicht: rode kelkzwammen (danwel krulhaarkelkzwammen). 't Ziet er uit alsof iemand een Edammer kaasje heeft uitgepakt en de rode schillen in het bos achter heeft gelaten.
Als ik bij Camping de Moulin ben aangekomen is het eindelijk zonnig. De eerste meters van de camping langs de oever zijn ondergelopen. 't Is een mooi gezicht zo in de zon. Nu de zon schijnt zie ik ook gelijk de eerste vlinder van het jaar. Verderop gaat de route het dal weer uit, en het bos in. Het pad is afgesloten geweest, maar de rood-witte linten zijn losgemaakt. Even verder begrijp ik dat de route nog steeds afgesloten is. Er zijn hier honderden bomen omgewaaid, en die liggen allemaal dwars over het pad. Een hele toer om er omheen te lopen of overheen te klauteren.
De volgende attractie is een opvallende rotsformatie, die tegen de heuvelrug lijkt geplakt. Het is een natuurlijk gevormde muur van enkele meters hoog en tientallen meters lang. Er is een uitzichtspunt gemaakt net boven deze rotsmuur. Het laatste deel van de route gaat niet langs de rivier, maar volgt juist de bovenkant van de heuvels. Ook daar waait het helemaal niet. Het is hier helemaal stil, terwijl je toch heel ver weg kunt kijken. Langzaam daalt de route het dal weer in om in het centrum van Ettelbruck uit te komen.
Vanwege een belangrijke vergadering met de EU ben ik vandaag in Luxemburg aangekomen. Aan het einde van de middag is er nog tijd voor een rondje door de stad. De laaste keer dat ik hier was zal zo'n vijfentwintig jaar geleden zijn: ook toen werkte ik mee aan een Europees (vertaal)project.
Gekke stad. Er zijn twee nivo's: hoog en laag. En zo nu en dan loop je in een stad (vooral boven), maar dan heeft het weer veel meer weg van een klein dorpje (vooral beneden langs de Alzette). Ook een prima stad om te verdwalen vanwege de onoverzichtelijke kronkels van de Alzette. En ook omdat op meerdere plekken de wandel- annex fietspaden zijn afgesloten om onduidelijke redenen. Alternatieve routes moet je zelf maar zien te vinden.
Mooi weer, zonnig, vooral 's ochtends. Ik loop een rondje door Mensinge, bij Roden, en langs het beekdal van het Lieversche Diep. De miniscule sprietjes van schedegeelster komen bij Mensinge al boven de grond uit, maar nog geen spoor van de bosanemoontjes.
Bij Mensinge is sinds kort (?) ook een gedenkteken voor de dichteres Vasalis, die jaren in Roden heeft gewoond. Het gedenkteken is geïnspireerd door de beroemde beginregels van het gedicht "Tijd":
Ik droomde, dat ik langzaam leefde...
langzamer dan de oudste steen.
Samen lopen we 's middags een rondje vanaf de Slotplaats bij Bakkeveen. We ergeren ons aan een zeer luidruchtige hond die achter een ree aanjaagt. We komen ook over het grote heideveld van Duurswoude. Midden op de heide opnieuw een biddende klapekster. In de bosrand zitten tientallen sijsjes.
route Roden; route Bakkeveen; natuur
Het is maart! Voorjaar? Het eerste uur is er weinig van te zien want dan loop ik in de regen. Daarna is het droog, en aangenaam zacht. Het voorjaar dient zich wel aan: onder andere zie ik de eerste witte kwikstaarten van het seizoen. En steeds weer opnieuw zijn er zingende zanglijsters en geelgorsen te horen. Ik loop nu langs de andere kant van het beekdal bij het Ballooërveld. De groep wilde zwanen van afgelopen zondag zit er nog. Vanaf Rolde loop ik over een graspad door de akkers. Dit pad kende ik nog niet.
Triest bericht: gisteren is Hugo Brandt Corstius overleden: de allereerste computationeel taalkundige van Nederland en dus een van mijn helden. Zonder zijn boekje "Rekenen op Taal" was ik wellicht nooit geworden wat ik nu ben. In 2002 heb ik kort kennis met hem gemaakt, toen hij bij onze CLIN-bijeenkomst in Groningen de keynote speaker was.
Hij kreeg toen het eerste exemplaar van de Alpino treebank overhandigd: de syntactische annotatie van het dagbladen-deel van het Eindhoven corpus. Hij was zelf nog een van de makers van dit corpus. Hij vertelde me toen dat zijn promotor, prof. van Wijngaarden, een belangrijke trekker van het project dat uitmondde in het Eindhoven corpus, oorspronkelijk ook de syntactische annotatie in het corpus wilde opnemen. Dat is destijds nooit meer gebeurd, maar die omissie hebben we dus in Groningen dertig jaar later goedgemaakt (ten dele).
Reacties: G.J.M.van.Noord@rug.nl Andere afleveringen van de looblog |
Copyright: de teksten van de looblog zijn "public domain".