Gertjan's Looblog | Juni 2017 |
Het tweede familieweekend, op een prachtige plek bij Berg en Dal, begint met regen. Maar er zijn toch nog een paar dames die mee willen even het bos in, naar de Duivelsberg. Onder de bomen worden we niet erg nat van de miezer.
route 't Stort; route Houtwiel; natuur
Naar de krekelzanger die zich luid en duidelijk laat horen. Eerst aan de ene kant van de beek, beetje ver weg. Later van veel dichterbij aan de overkant van de beek. Maar ik zie hem niet.
Grijs en regenachtig. Kort rondje door de uiterwaarden in de ochtend, maar er is voor de verandering niet veel te zien. Alles is kletsnat. Groepje kleine plevieren is leuk.
We rijden terug via de Weerribben, dan lopen we ook gelijk de drukte in Assen vanwege TT mis. We willen de gele route volgen vanaf Ossenzijl, maar we missen een paaltje en even later volgen we de route in de verkeerde richting zodat we na een uurtje al weer terug bij het begin zijn.
Na een broodje doen we een tweede poging: het natuurpad vanaf Kalenberg. Maar helaas, dat pad is in de broedperiode afgesloten. Beetje mislukte middag dus.
route Boven Leeuwen; route Ossenzijl; route Kalenberg; natuur
Het tiende familieweekend in Boven Leeuwen. Ik ben gisteren na de receptie van de TaBu-dag al naar Boven Leeuwen vertrokken zodat ik 's ochtends vroeg gelijk op pad kan. De uiterwaarden zijn een feest. Ik zie in korte tijd tientallen soorten die ik dit jaar verder nog helemaal niet gezien had.
Bij het begin, en later opnieuw bij de steenfabriek, kom ik iemand tegen die een inventarisatie doet van de broedvogels. Het gebied is in gebruik van K3Delta en zij moeten blijkbaar aan strenge monitoringeisen voldoen. Wat mij betreft verloopt dit goed want de flora althans doet het prima.
Later op de dag maak ik een rondje door de Millingerwaard. Hier is K3Delta ook actief. De inrichting van het gebied is helemaal veranderd en mijn kaarten zijn niet up-to-date. Dat betekent improviseren en ik ben uiteindelijk langer onderweg dan gedacht. Vooral op de duinen net ten westen van de theetuin is weer heel veel te zien.
route Boven Leeuwen; route Millingerwaard; natuur
Klein natuurgebiedje vlakbij Groningen, maar ik was hier nog nooit geweest. Als je van de Hesselinkslaan het gebied ingaat kom je gelijk bij een aardig stukje met een paar bruggetjes over het water. De rust wordt nu verstoord door een stel jongens die hier afkoeling in het water zoeken. Aan de noordkant van het gebied groeit volop kleine lisdodde. Als ik weer terug bij de bruggetjes ben zijn het de kikkers die enorm kabaal maken.
Iemand heeft bij Anloo roggelelie gezien. Die soort wil ik ook wel eens zien, maar bij nader inzien lijkt het me geen roggelelie maar "gewoon" een guldenroede. Verderop groeit in een poel bij het Gasterse Holt rossig fonteinkruid.
Mooie avond. Ik ontloop de ergste warmte op de kwelder bij Moddergat. Daar wordt de sfeer alleen een paar keer verpest door een luidruchtige brommer die over de strekdam raast. Bij km 6 zitten aan de overkant drie kleine zilverreigers en een zwarte ruiter. Verder heel veel graspiepers.
Warme dag. 's Ochtends maak ik een rondje door de aangelegde natuur rond de gasopslagplaats bij Grijpskerk. Het is hier nu een grote bloemenzee. Ook veel vlinders.
's Middags zoeken we de koelte op bij het Lauwersmeer. Als Petri een plekje in de schaduw heeft gevonden maak ik een rondje door de bossen van De Rug.
route Grijpskerk; route Nieuw Robbengat; natuur
Nog maar eens naar het Dwingelderveld. Bij een paar hoogveentjes komen hier bijzondere vlindersoorten voor. Misschien is het wat te grijs? Het water in de vennetjes staat heel laag. Vooral het Koelaartsveen is grotendeels droog gevallen. De waterlobelia's staan er nog fris bij, maar zijn nu wel tientallen meters van het water verwijderd - normaal staan ze met de voeten in het water.
Op de bekende plek langs de Oude Postweg groeit en bloeit de drijvende egelskop uitbundig.
's Avonds vieren we de verjaardagen met een bbq.
Aardig rondje door het Norgerholt en verder door de Tempelstukken (beekdal van de Slokkert, een van de stroompjes die later het Peizerdiep vormen). Andere jaren heb ik hier vaak paapjes gezien, maar vandaag niet. Misschien waait het te hard.
Tamelijk harde wind. Daarom geen kans om de grote karekiet te spotten bij de parkeerplaats bij het zwemstrand van Lauwersoog, net ten zuiden van de camping. Dan maar de orchideeënveldjes langs. Op de bekende plek komt één stofzaad-plantje te voorschijn. Behalve de rietorchissen staan er ook weer twee grote keverorchissen in bloei. In de haven zijn de slanke mantelanjers terug. En op de weg langs de camping staat weer veel wilde cichorei en kleinbloemige salie.
Voor ik terug bij de auto ben probeer ik de grote karekiet nogmaals. De wind is nu helemaal weggevallen. Als ik weer bij de strookjes riet sta te kijken komt er nog iemand aangelopen. Die bekijkt de vissen die hier vlakbij het strandje steeds boven het ondiepe water tevoorschijn komen. Als we een praatje maken hoor ik plotseling heel duidelijk de grote karekiet achter me. Even later zien we hem ook een paar keer. Het zijn er zelfs twee. Op de foto krijg ik ze niet.
Dagje vrij, vanwege het prachtige weer. Eerst even naar een mini-natuurgebiedje bij Putten waar stekende bies groeit. Die groeit verder blijkbaar alleen op Terschelling waar ik de soort al twee keer gemist heb.
Dan naar het startpunt van de eigenlijke wandeling bij het Uddelermeer. Geïnspireerd door een fietsroute uit de Crossbill Guide loop ik een aardig rondje door het Kroondomein Het Loo. Het begint direct veelbelovend bij het Uddelermeer: tussen de grote bonte spechten zit ook een middelste bonte specht. Dan volgt een kaarsrechte zandweg over een enorm heideveld: het Uddelse Buurtveld. Ik kom helemaal niemand tegen gedurende minstens een uur. Langs de zandweg is veel te zien. Opvallendst misschien zijn de plakkaten kleine tijm. Bij km 4 verandert de heide langzaam in open bos. Een vos gaat er vandoor.
Verderop is een heel mooi stukje bij km 7,5. Je kijkt daar prachtig naar beneden uit over een grote niet toegankelijke glooiende vlakte met wat bomen. Dit is op het juiste moment vast een heel goede plek om groot wild te spotten, maar ook zonder wild is het uitzicht prachtig.
Dan volgt een wat saaier gedeelte door tamelijk open bos. De ondergroei bestaat uit blauwe bosbes die hier enorme oppervlakten beslaat. Bij kilometer 12 kom ik bij de eerste van drie leemkuilen. Dit zijn kleine vennetjes die ontstaan zijn omdat hier ooit leem uit de bodem is gewonnen. Er vliegen vooral veel libellen rond (vooral viervlekken en azuurwaterjuffers).
Opnieuw een saai stuk door het bos totdat ik bij km 18 bij het hoogtepunt van de wandeling ben: een prachtig vennetje waar vandaag behalve veel libellen ook bosparelmoervlinders rondfladderen. Het duurt wel even voordat er eentje voor me wil poseren, maar ook dat lukt uiteindelijk.
Dan verder langs De Hooge Duvel - een mooi gerestaureerd jachtopzienerhuis. Vandaar gaat de route terug naar het westen door een heel stil gebied. Ik kom niemand meer tegen. Plotseling geknor en geritsel rechts in het bos: wilde zwijnen (en dat midden op de dag). Terwijl ik foto's probeer te maken hoor ik ze opeens van veel dichterbij ook achter me aan de andere kant van het pad. Er lopen ook biggen bij. Iets te dicht bij me in de buurt naar mijn zin...
Een hele lichte buizerd legt een aantal vogelaars, en ondergetekende, in de luren omdat we denken dat het om een slangenarend gaat. Jammer maar helaas.
Ik rijd even door naar Sans Souci bij het Schildmeer en loop een rondje om het meer. Het is vooral erg warm vandaag. Bij het zwemstrand van Steendam kan ik gelukkig wat kouds te drinken kopen. De zuidelijke oever van het Schildmeer is geheel nieuw aangelegd, met een nieuwe kade en een nieuw fietspad. De beschutting die ik me herinnerde van eerdere bezoeken is er (daarom?) nauwelijks.
route Dannemeer; route Schildmeer; natuur
Deze route is geïnspireerd op route 5 uit de Crossbill Guide van de Veluwe. Dat is een fietsroute dus ik heb het flink aangepast. Ik parkeer bij restaurant "De Zwarte Boer", niet ver van Leuvenum. De route volgt de Leuvenumse Beek tot aan kasteel Staverden. Mooi gerestaureerd kasteel en de tuinen van het kasteel zijn onder beheer van het Geldersch Landschap. De route komt ook langs de beroemde witte pauwen die hier als traditie al honderden jaren gefokt worden.
De route volgt de beek nog een stukje en buigt dan af naar het Speulderveld. Hier ligt een bijzonder natuurgebiedje, de Leemputten, dat echter niet vrij toegankelijk is. Daar moet ik nog eens met een excursie mee naar toe gaan. Het noordwestelijke hoekje van het Speulderveld is ook bijzonder. Hier vind ik bijvoorbeeld geelhartje. Ook vleeskleurige orchis, bruine snavelbies en zonnedauw.
Dan even een saai stukje tot ik bij km 12 het Speulderbos in loop. In eerste instantie is dat een saai bos totdat ik in een ouder deel terechtkom. Het is meer een sprookjesbos. Enorme beuken, maar er is er geeneen recht. Krom, met gekke vertakkingen en rare knoesten. De sfeer is ook anders vanwege het licht, en de stilte. Het gaat hier om een zogenaamd "malebos". Dat is een bos waar vroeger de dorpelingen slechts met mate hout mochten hakken. Hiervoor werden altijd de mooie rechte bomen gebruikt, waardoor na honderden jaren een bos overbleef met alleen de gekgevormde exemplaren. Inmiddels is het bos natuurgebied en laat men afvallende takken en omgevallen exemplaren gewoon liggen. Dat werkt ook mee aan de sprookjesachtige sfeer.
In het bos naar de Ermelose Heide toe volg ik een stukje de onderduikersroute. Ik kom langs een voormalig onderduikershol midden in het bos. Met paaltjes is aangegeven wat de inrichting van het hol was. 't Zou leuk zijn als in Lage Vuursche het onderduikershol ook op die manier toegankelijk zou worden gemaakt.
De Ermelose Heide is een teleurstelling. Er is niet veel te zien, en bovendien hoor je steeds de herrie van een motorcrossterreintje waarvoor een deel van de heide is gereserveerd. Ook loop ik langs een modelvliegtuigenvliegveldje: strak geschoren gras midden op de hei, met een paar auto's erbij. En inderdaad hoor je even later ook herrie van boven komen. Een paar legerhelicopters komen ook nog voorbij. Er loopt wel een imposante schaapskudde over het heideterrein.
Het laatste deel van de route gaat weer door landgoed Leuvenum. Langs de bospaden staan de bermen overdadig in bloei. Vooral veel vingerhoedskruid, maar ook interessantere soorten zoals grondster en liggend hertshooi. Vlak voor het eindpunt staat de berm vol met een soort die ik nog niet kende: Dicentra formosa, een verwilderde tuinplant.
Bij Leijnwijk, aan het Zuidlaardermeer, zit al een paar dagen een ralreiger. Vanaf de uitkijktoren kan ik hem net zien. Iemand van Gronings Landschap laat ons de bijzonder reiger van iets dichterbij zien. Het mooiste heb ik dan al achter de rug. Een paar honderd meter vanaf het begin van de wandeling vliegen de zwarte sterns af en aan. Ze vliegen laag boven het water en hangen tegen de wind in soms bijna stil. Mij negeren ze volkomen dus ik zie ze ook van heel dichtbij. Prachtig.
Ter hoogte van het meest zuidelijke punt van de route zitten baardmannetjes die zich duidelijk laten horen en iets minder duidelijk laten zien. Op de terugweg zijn het drie koekoeken die zich voortdurend laten zien. Ze vliegen rondjes achter elkaar aan en gaan zo nu en dan op lage boompjes in het rietland zitten.
Kort rondje door Eexterveld. Enkele bijzondere zegge-soorten. Ook spot ik een paapje. Maar het meest vallen de geelgorzen op die blijkbaar druk in de weer zijn met het voeden van hun kuikens. route; natuur
Het heeft de hele dag geregend, en het regent nog steeds als ik 's avonds toch maar in de auto stap. De opklaringen zouden onderweg zijn, en als ik de auto bij het Balloërveld parkeer is het droog. Even later schijnt de zon!
Het is hier daarom weer prachtig, al zie ik de slangenarend die hier gezien was helaas niet. route; natuur
In een bietenveld in het Groningerland zijn zo maar vijf vale gieren verdwaald geraakt. Ze zitten er al even, wellicht omdat het weer is omgeslagen en erg slecht is geworden. De hele dag stormachtig met veel buien. 's Avonds is het even wat droger. Na enig zoeken zie ik veel auto's staan en weet ik dus waar ik zijn moet. Samen met nog een belangstellende lopen we de weg naar een boerderij helemaal af. We moeten helemaal het erf over en dan vinden we achter het ingekuilde gras en de mestbakken de groep vogelaars staan. De vale gieren houden zich schuil tussen de bietenplanten maar zijn toch wel enigszins te zien.
Daarna zijn er nog twee stops (wandelingen kun je het niet noemen) in het industrieterrein van Delfzijl. Langs het spoor groeit hier al een paar jaar klein robertskruid. Verderop stond eerdere jaren kleverige ogentroost, maar die vind ik dit jaar niet.
route Stedum; route Delfzijl 1; route Delfzijl 2; natuur
Petri is met schoonmoeder druk met familiezaken. Ik loop een aardig rondje door het gebied ten zuidwesten van Den Bosch: de Moerputten (daar kom ik vaker) en het daaraan grenzende nieuwe natuurgebied De Gement. De Gement is een laaggelegen weidegebied dat vroeger vaak 's winters onder water stond vanwege overstromingen van de Dommel. Het is een belangrijk gebied voor weidevogels, maar daar zie ik vandaag niet veel van - misschien alweer te laat in het seizoen?
Ook is de plantengroei interessant. Er groeien bijvoorbeeld heel veel grote pimpernels, al zie ik daar vandaag nog alleen maar het groene blad van. Ook staan er grote exampleren van vierzadige wikke. Langs het pad staan plotseling ook een paar examplaren van prachtklokje. Ik vraag me af of die hier op natuurlijke wijze gekomen zijn.
Ik loop natuurlijk ook weer het rondje door de Moerputten. Bij het jongste deel, km 10, groeien gevlekte orchissen en vind ik ook borstelbies. De zomprus staat mooi in bloei.
Aan het eind van de middag rijd ik nog even naar Budel Dorplein, bij de zinkfabriek. Daar zit in een ven al een tijdje een woudaap. Die laat zich vanmiddag niet (aan mij) zien. Raar gebiedje. Lijkt al helemaal België. Langs de oever van het ven groeit galigaan.
Pinksteren. We blijven een nachtje in Berlicum. 's Middags heeft Petri met vriendin afgesproken en ik kies een rondje door natuurgebied De Brand bij Udenhout. Maar ik rijd eerst even langs een vindplaats van gele zegge, bij Waalwijk.
Het is goed weer, alleen staat er een harde wind. Hierdoor komt er niet veel terecht van het plan om ook veel libellen te fotograferen om die met mijn nieuwe veldgids op naam te kunnen brengen. De score blijft beperkt tot een platbuik en twee azuurwaterjuffers. Ook de bijzondere vlinders die hier soms te vinden zijn laten zich met deze wind natuurlijk niet veel zien. Aan het eind van het rondje neem ik nog een hoekje van de Drunense Duinen mee. Hoewel het bij het terras en de parkeerplaats van "De Rustende Jager" onwaarschijnlijk druk was, is het hier nu heel stil.
Vroege boot. Ik loop eerst langs de dijk in de richting van de Westerplas. Op het laatste stukje van de dijk is altijd veel bijzonders te zien. Er groeit hier bijvoorbeeld kruisdistel en veel brede ereprijs. Het schijnt dat die planten mee zijn gekomen met het rivierzand dat voor de bouw van de dijk werd gebruikt. Datzelfde zal dan ook wel gelden voor de ruige weegbree die hier nu in bloei staat: ook al een plant van het rivierenland. De brede ereprijs heeft zich inmiddels flink over het eiland verspreid en kom ik heel vaak tegen vandaag.
De route gaat verder door de kwelder ten zuiden van de Westerplas langs. Hier is nu veel te zien. Kwelderzegge, melkkruid, zilte zegge en hier en daar ook rode bies. Zo nu en dan vliegen er wulpen (of toch regenwulpen?) over. In het struikgewas hoor ik zo nu en dan heel duidelijk een nachtegaal - maar ik zie hem niet (verderop kan ik wel een glimp opvangen). Langs het Westerburenpad is het een oase van orchideeën. Ook de grote keverorchis staat hier weer met honderden exemplaren. En een groepje bloeiende grote engelwortels - ook al merkwaardig. Een andere typische plant van Schiermonnikoog is kleine ruit waarvan ik vandaag hier het eerste exemplaar tegenkom. Er volgen er nog heel wat meer.
Ik sla linksaf de duinen in, net voor het bungalowterrein. Dan kom je een paar prachtige vochtige duinvalleien tegen waar ook al weer veel orchideeën bloeien. Ook de Spaanse ruiters staan nu prachtig in bloei. Hier en daar veel ronde zonnedauw. Op de natte plekken bloeit moeraskartelblad. Voor parnassia is het nog te vroeg al zijn er al wel wat rozetjes te vinden. Hier en daar zie ik al wel de roze bloemetjes van strandduizendguldenkruid.
De route gaat verder via het Kapenglop. Ik kan me niet herinneren dat het hier zo droog was als vandaag. De plasjes zijn helemaal droog gevallen. Ik loop verder, een stukje door het bos (maar opnieuw geen spoor van de kleine keverorchis) en probeer ook het rozenkransje te vinden als ik het bos weer uit ben (nee, weer niet). Dan gaat het verder over het groene strand, totdat ik ter hoogte van de Reddingsweg het strand verlaat en uiteindelijk het Johan de Jongpad door de kwelders volg. Ook hier laten de bruine kiekendieven zich heel mooi bewonderen. Dan terug naar de boot. Langs de veerdam zwemt een grote groep eiders met veel kuikens, en er zijn ook bergeenden met jonkies.
Naar Amsterdam voor het afscheid van een van mijn promotoren: Jan van Eijck. Ik loop vanaf Centraal in de hoop nog wat stadsnatuur te treffen. Het blijft maar warm en daarom kies ik voor sandalen: twee blaren.
Zonovergoten rondje door het bekende gebied van de Drentsche Aa. Langs de beek vind ik op een (voor mij) nieuwe plek de zwartblauwe rapunzel. Ook vind ik dit jaar voor het eerst bosbies en de moerasstreepzaad: typerende soorten voor de graslandjes langs de Drentsche Aa.
Niet gegeten voordat ik vertrok, en dat bevalt niet goed. Iets eerder terug.
|
Copyright: de teksten van de looblog zijn "public domain".